What's on
News overview

Nachtburgemeester van New York Willie Nile brengt tweede grote ode aan zijn stad

19 May, 2020

Willi Nile New York At Night 2020 200519 115410

Zo fijn dat ze er nog zijn, die rockende variant van singer/songwriters. Het zijn er niet meer zoveel. Willie Nile (71), is er zo een. New York At Night is zijn tweede grote eresaluut aan zijn woonplaats na Streets of New York uit 2006. Het is zo’n plaat waar je alleen ‘King of The New York Streets’ Dion toe in staat had geacht of anders Jesse Malin. Nile is er niet geboren, zijn wieg stond in Buffalo (NY), maar is wel de nachtburgemeester met meer dan veertig dienstjaren. Wie weet nog dat hij in 1980 zijn titelloze debuut op ons afvuurde? Hij schiet nog altijd met scherp op zijn dertiende album.

Einde discussie, nieuw onderwerp

Het was ambassadeur Marga Derksen, die midden in een discussie in de WhatsApp-groep van ‘de harde kern’ iedereen tot de orde riep. je kunt inderdaad niet eeuwig over Daniel Romano’s krankzinnige releasetempo blijven zaniken. Ze pakte de iPad van manlief Ton uit zijn handen en kondigde aan: ‘And now for something completely different.’ En huppakee daar was good old Willie Nile met zijn nieuwste album ineens. Pat Garrett had er al naar zitten luisteren op de fiets en stak terecht beide duimen op. Het verhaal vertelt niet of hij dat loshandje fietsend deed. Maar wát een heerlijke plaat is deze nummer 13!

Zo recht-zo-die-gaat rocky worden ze niet meer gemaakt

Is het een belangrijke plaat deze New York At Night. Nee, helemaal niet. Of eigenlijk toch weer wel. Allereerst hoor je er al gauw het ‘nachtelijke vervolg’ in op Streets of New York (2006) met daarop het machtige The Day I Saw Bo Diddley In Washington Square.

Ten tweede is het een album waarvan er in de jaren zeventig en tachtig vele werden gemaakt, maar waarvan de makers nu toch van een uitstervend ras lijken te zijn. Ik weet zeker dat nu een heel leger kenners opstaat om me tegen te spreken. Maar noem mij de Willie Nile’s van nu? Gasten die rocken till the cows come home of wanneer de metro weer begint te rijden voor dag en dauw?

Ga maar eens struinen door de tweedehandsbakken vol vinyl. Daar kom je ze (bijna) allemaal tegen van Southside Johnny, Graham Parker, Willy DeVille, Garland Jeffreys, Peter Wolf, Dave Edmunds, Mickey Jupp, Warren Zevon, Mason Ruffner, ‘Johnny’ Hiatt, Tommy Conwell ach we kennen ze allemaal wel. Zo recht-zo-die-gaat rocky worden ze niet meer gemaakt. Geef het verzet maar op. Willie houdt de rock ‘n’ roll-fakkel fier brandend. Het banier is gekreukt, maar het gemoed blijft ongedeukt.

Zo fijn dat ze er nog zijn, singer/songwriters van de rockende variant. Het zijn er niet meer zoveel.

New York Is Rockin’

De viezigheid en het rumoer van de grote stad

De singer/songwriters anno 2020 zijn van meer beschouwende aard, meer country en folk dan rock ‘n’ roll met opgestroopte mouwen. Bij Willie voel je altijd de hete adem van Chuck Berry in zijn nek hijgen. Moet je alleen al eens die openingstrack New York is Rockin’ horen – ooit geschreven voor ‘saxy’ Curtis Stigers (!) voor diens Time Was hit album (1995) - en meteen daarna The Backstreet Slide of het titelnummer. In alles zit nog die link naar het New York van The New York Dolls en The Ramones. Er kleeft de viezigheid en het rumoer van de grote stad aan. Als je je neus snuit, ziet je zakdoek zwart. Zo is de muziek van Willie.

Over smerigheid gesproken. Willie nam de metro en zag een vent die zijn gehele onderlijf had ondergekliederd met geklopte slagroom. Zie je alleen daar, dacht hij toen hij uitstapte om de stad weer eens onveilig te rocken. Die slagroommeneer wordt uitgebreid bezongen in het titelnummer.

Zo fijn dat ze er nog zijn, singer/songwriters van de rockende variant. Het zijn er niet meer zoveel.

New York At Night

New York in het maanlicht

Er is niet zo gek veel veranderd onder het maanlicht dat schijnt over het New York van onze nachtburgemeester. Van de Vagabond Moon uit 1980 gaat het nu naar de Surrender The Moon op z’n nieuwste. Te gek is ook Downtown Girl over zo’n lokale schoonheid met alle uiterlijke kenmerken dat dit soort straatschuimers aanspreekt: Texas teeth, New York eyes, Detroit legs, California thighs… Sla ook The Fool Who Drank The Ocean niet over.

Opvallend trouwens hoeveel productiever Nile deze eeuw is vergeleken met de vorige: negen studioalbums de tweede twintig jaar tegen slechts vier in de eerste twintig jaar… Maar daar lagen contractuele problemen in de eighties aan ten grondslag.

Zo fijn dat ze er nog zijn, singer/songwriters van de rockende variant. Het zijn er niet meer zoveel.

Under This Roof

De deuren van Paradiso

Behalve die onstuimige rockers staan er ook nummers in het domein van The Boss en zijn slippendragers. Hoe grootsteedser wil je het hebben? Lost And Lonely World, A Little Bit Of Love, Run Free en Doors of Paradise. Laatstgenoemde vraagt om een bewerking waarbij het draait om de openzwaaiende deuren van Paradiso.

Als dat weer eens mocht gebeuren na deze boring corona times. En dat Willie Nile dan naar binnen komt marcheren! Een goeie ballad Willie ook nog steeds tot zijn beschikking. The Last Time We Made Love is een beauty. Waar die op piano is, is Under This Roof een ballad met als basis een akoestische gitaar.

Veertig jaar na zijn debuut op zijn 71e doet Willie Nile het nog… of weer. Het is maar hoe je het bekijkt. Bedankt Marga voor het bij de les houden van de Sugar Mountain goegemeente. En dan moet het nieuwe album van Dion – Blues With Friends – nog komen hè? Die staat voor de eerste week van juni.

Tekst door: Robbert Tilli