Programma
Nieuwsoverzicht

Steve Forbert heeft een magische boom geplant

2 januari, 2019

Steve Forbert 2018

Hersteld van een ernstige nierziekte, is folkrocker Steve Forbert vol nieuwe levensmoed terug. En hoe: met het nieuwe album The Magic Tree en zijn autobiografie Big City Cat: My Life in Folk Rock. Je zou hier moeten stoppen met lezen en onmiddellijk dat boek oppakken en dát gaan lezen met op de achtergrond het weer allesvertrouwd klinkende album van een van onze geliefdste troubadours. Maar voor wie dat boek nog niet in huis heeft, rakelen we vast wat ‘oud nieuws’ op. Op 12 februari staat hij in ’t Zonnehuis.

Vrijdagavond in de jaren zeventig

Er zijn naast Forberts boek altijd nog onze ‘eigen memoires’. Steve Forbert, dat is Jan Donkers op de vrijdagavond in de jaren zeventig bij de VPRO op ‘Hilversum 3’, zoals 3FM toen nog heette. Met een ongekend enthousiasme brak ‘Gonzo’ in 1978 een lans voor de talentvolste nieuwkomer in de Amerikaanse singer-songwritersklas. Het publiek had honger naar nieuw talent, en Forbert, een jonge gast met een open gezicht, mooie krullenbol en gehuld in een spijkerjackie gaf precies dát. Gevalletje van the right man, at the right time. De single Goin’ Down To Laurel van het debuut Alive On Arrival zette hem meteen comfortabel neer tussen ‘his Bobness’ en ‘The Boss’. Een jaartje later deed Romeo’s Tune van opvolger Jack Rabbit Slim dat nog een keer. Er stond een stevige cowboylaars in de deur geplant.

Hersteld van een ernstige nierziekte, is folkrocker Steve Forbert vol nieuwe levensmoed terug.

Goin’ Down To Laurel

Te hoge verwachtingen

Maar die deur ging langzaamaan toch dicht. Dichter en dichter. En die laars werd teruggetrokken uit de deuropening. Op de een of andere manier is het er nooit helemaal uitgekomen. Dat heeft niet zo zeer aan ’s mans talent gelegen als wel aan de veel te hoge verwachtingen in de media. De verleiding ligt altijd op de loer, om muziek en sport te vergelijken, maar bij Steve Forbert ontkom je er haast niet aan. Bij zijn prachtdebuut Alive On Arrival werd hij bejubeld als de nieuwe Bob Dylan. Zo hard zat men te wachten op een opvolger, dat zelfs Bruce Springsteen alleen nog niet genoeg was. Op datzelfde moment werd elke nieuwe Belgische wielrenner met ook maar een beetje talent binnengehaald als de nieuwe Eddy Merckx, de alleswinnaar die tourzeges aaneenreeg alsof het niets was. In ons land was elk voetbaltalentje de nieuwe Cruijff. De honger naar even krachtige opvolgers was kennelijk groot.

Punt is, zulke nieuwkomers kunnen doorgaans één voor één de hoge verwachtingen niet inlossen. Waar de druk verhoogd wordt, lijden doorgaans de resultaten eronder. Maar om nou te zeggen dat Forbert heeft ontgoocheld al die jaren, dat gaat echt veel te ver. Trakteer jezelf op een reis door zijn rijke oeuvre, en je zal je geen seconde vervelen. Na zijn beginperiode op CBS volgden nog mooie jaren op Geffen en later op Giant. Inmiddels komt zijn muziek al jaren uit op diverse indie labels. De kwaliteit is redelijk stabiel gebleven. Hooguit is de schijnwerper op zijn activiteiten wat minder fel geworden.

Hersteld van een ernstige nierziekte, is folkrocker Steve Forbert vol nieuwe levensmoed terug.

Romeo's Tune

Terug in Amsterdam

Ruim twee jaar geleden was Forbert eindelijk weer eens in het land. Het had verdorie vijfentwintig jaar (!) geduurd voordat het weer eens zover was. We werden toen op zo’n lome zondagmiddag in oktober in de grote zaal getrakteerd op zo’n mooie tocht door zijn complete oeuvre. Zijn stem had wat aan kracht ingeboet, maar de liedjes hadden nog dezelfde intensiteit zoals we ze in ons geheugen hadden bewaard.

De catalogus breidt verder uit

Vlak voor zijn ‘arrival live’ in Paradiso in oktober 2016 kwam er ook nog eens een nieuw album uit, Flying At Night. De geschiedenis herhaalt zich, want ook nu is er weer een nieuw album uit, The Magic Tree, zijn achttiende studioalbum. Het is weer een mooie geworden. Een nieuwe Alive On Arrival zit er echt niet meer in, maar hij ‘draait toch zijn rondjes’ als je er eenmaal begint. Zelfkennis kun je de man niet ontzeggen, getuige de strofe: ‘I ain’t got time to hang around bars my days start at dawn and my wild years are gone’ uit I Ain’t Got Time, dat gek genoeg misschien nog wel het meest aansluit bij het werk uit zijn vroege jaren. Nee, wild is hij niet meer, maar de herwonnen levenslust spat ervan af na zijn ziekte.  Als eerste single That'd Be Alright iets wil duidelijk maken, dan dat wel.

Er staan twee versies op het album van de titeltrack. Dat had niet direct gehoeven. Misschien was het beter geweest als versie 2 het album afsloot zoals versie 1 het album opent. Maar je mag nooit de volgorde van de tracks betwisten, zonder de maker van die liedjes te vragen naar het waarom ervan.

Hersteld van een ernstige nierziekte, is folkrocker Steve Forbert vol nieuwe levensmoed terug.

That'd Be Alright

Eens een troubadour altijd een troubadour

Alle songs zijn eigen werk op een gedeeltelijke cover van bluesman Robert Johnson na: diens Come On In My Kitchen wordt geciteerd aan het eind van Only You (And Nobody Else). Zoals Johnson door het ganse land zwierf, om hier en daar op een kruispuntje halt te houden, zo is folkie Steve Forbert ook altijd aan het rondtrekken door de VS. In Movin’ Through America brengt hij daar een soort reisverslag van uit. Om het trekkersbestaan te onderstrepen geeft hij zijn band rust in het nummer, om zichzelf op gitaar te begeleiden. Zo verging het ook bij zijn laatste bezoekje aan Paradiso en het zal niet anders zijn in ’t Zonnehuis op 12 februari. Denk zijn mondharmonica er nog bij en het plaatje is compleet.

Tekst door: Robbert Tilli

Koop hier je kaarten voor Steve Forbert in ’t Zonnehuis op 12 februari.