LONGREAD // BLOG - Sugar Mountain onderwierp Tim Knol, de maker van het topalbum Cut The Wire, aan de alfabettest. Wij legden hem steeds een woord voor, waarop hij dan mocht reageren. Plaats van handeling: het altijd gezellige hoofdkwartier van het Excelsior-label in Amsterdam-Noord, de buurman van Paradiso Noord, waar Tim op 23 maart staat. Koffie, koeken, taperecorder klaar? Beginnen maar!
Nieuwe plaat, nieuwe kansen
Tim is net als wijzelf heel tevreden met zijn nieuwe plaat. De eerste drie kwamen voor je gevoel in één ruk uit. Een adempauze van een aantal jaren en een herstart hebben hem goed gedaan. Het publiek heeft ook weer echt zin in een nieuwe Knol en hij weet dat. Hij heeft het ditmaal zelf gedaan in de MI5-studio in Hoorn, waar hij mede-eigenaar van is geworden. ‘Bij die eerste drie platen was ik nog niet zo zelfverzekerd dat ik dingen doordrukte. Jong beginnen - ik was toen 18 - heeft zo zijn voordelen, maar ook zijn nadelen,’ blikt hij terug. ‘Zo’n nadeel is dat je bijvoorbeeld niet aan jezelf denkt. Ik was meer bezig wat [bandleden] Anne [Soldaat] of “Duijf” [Matthijs van Duijvenbode] ervan vonden. Nu is het: wat vind ik er zelf van?’ Dat proces is al begonnen met zijn gelegenheidspunkbandje The Miseries, denkt hij. Nu is hijzelf de dominante factor, maar hij trapt niet na naar zijn secondanten van destijds. Hij was gewoon nog piepjong. ‘Anne doet nog steeds mee. Hij voegt altijd iets toe. Ik maak wat, en hij maakt het beter.’
Alles moest anders
Alles moest anders deze keer. ‘Ik ben op een gegeven moment drie maanden gestopt met drinken, om helemaal gefocust te zijn op deze plaat,’ onthult hij. ‘Dat had ik echt nog nooit gedaan. Daarom is het ook een heel andere plaat geworden.’ Samengevat: hebben volwassenheid, meer tijd en een eigen studio aan het resultaat bijgedragen? Hij beaamt het ten volle. Het geluid van deze eigen productie is ook heel anders, minder ‘midden’, meer laidback. Tim: ‘Ik ben niet bewust op zoek gegaan naar een andere sound. Het kan heel goed zijn dat dit het geluid is van die studio. Ik neem ook andere bandjes op daar, soms best pittige bandjes, en dan hoor je dat ook terug. Dat kan ook liggen aan de spullen die we gebruiken. We gebruiken heel weinig vintage. Ik vind het leuk om het hifi op te nemen met een retrosausje. Het hoeft helemaal niet met oude compressors. Dat maakt het ook veel duurder.’
Dat The Dawn Brothers wel all the way gaan met vintage apparatuur, kan hij wel waarderen. ‘Die zitten zich bij Pablo [van der Poel] in de studio op ouderwetse tape echt de jaren zeventig in te werken. Dat doen ze echt héél erg goed. Super goeie band!’
Nog iets wat anders is, is zijn meer ontspannen manier van zingen en ook de uitspraak van zijn Engels is sterk verbeterd. Toen hij destijds Sam opnam was hij nog een middelbare scholier. ‘Met een heel slechte lerares Engels,’ voegt hij er nog altijd enigszins ontstemd over aan toe. Excuus geaccepteerd. ‘Ik heb het Engels me eigenlijk zelf moeten aanleren. Mijn teksten zijn altijd gecheckt door native speakers. Maar tot vier jaar geleden was ik in mijn uitspraak nog een sukkeltje. Toen hoorde ik Sam terug, waar ik nog steeds heel blij mee ben hoor, maar toen dacht ik wel dat ik iets aan mijn uitspraak moest gaan doen. Ik moet het ook onderhouden door boeken in het Engels te lezen en door films te kijken. Dat is mijn weg.’
Try Out 'CUT THE WIRE' @ Rockcafé TASTE
De letters A-F
Na de inleidende schermutselingen, is het nu tijd om het alfabet ter hand te nemen. We laten Tim zelf raden naar het woord dat bij de letter A hoort. Hij begint te lachen en zegt licht aarzelend: ‘…Anne…?’ Inderdaad!
A = Anne Soldaat
‘Anne is gewoon een van
mijn beste vrienden. Ook muzikaal. Ik heb weleens in een interview gezegd dat
hij sociaal was. Dat was op het persoonlijke vlak. Muzikaal was hij niet echt
sociaal…, maar dat is hij wel geworden. Hij komt met ideeën aanzetten. We
kunnen nu echt samen componeren. Tien
jaar geleden had hij dat nog niet. Voor mijn debuutplaat schreef hij één
liedje, Only Waiting. Ik moest die
melodie precies zingen zoals hij het in zijn hoofd had. Nu kunnen we het daar
gewoon over hebben. Die samenwerking is echt een verrijking. Anne is een gouden
gozer. Ik kan echt niet zonder hem.’
Voor de letter B laten we hem kiezen uit een aantal bands waarvan de naam begint met een B. Hij kiest voor:
B = The Byrds
‘Daar heb ik heel veel
naar geluisterd en nog steeds wel.’ Dat valt te horen in Sweet Melodies, de eerste single van Cut The Wire. ‘Ja daar hoor je een Rickenbacker 12-string guitar.
Het is absoluut een van m’n favoriete bands. Ook al coverden ze heel veel, ze
maakten er wel hun eigen geluid van. Ze hebben heel veel Dylan-liedjes gedaan. Ook
liedjes waarvan ik dat helemaal niet wist, zoals You Ain’t Going Nowhere. Dat was echt een openbaring voor me.’
C= Cut The Wire
‘Ik vond het een mooie
titel. Het is ook de titel van een van de liedjes. De aanvankelijke werktitel
was Lost And Found, maar dat vond ik
zo’n cliché. Toen dacht ik: waar gaat de plaat eigenlijk over? Wat zijn de
verhaallijnen die samenkomen? Nou ja, dat is toch een beetje het breken met de
oude Tim Knol. Het is het afkappen van de draad met het verleden, alhoewel ik
heel trots ben op wat ik toen gemaakt heb. En ik zeg ook bewust “draad” en niet
“navelstreng”, want zover wil ik niet gaan. Het is niet dat ik dat verleden kwijt
wil. Het is eerder zo dat ik het niet meer op die manier wil.’ Een herstart dus? ‘Ja!’
D = Drivin’ N Cryin’
‘Kevn [Kinney]! Bij de K
komt Kevn niet meer terug hè? Dan noem ik hem hier. Drivin’ N Cryin’ is
natuurlijk een geweldige band, maar ik ben vooral fan van Kevn Kinney. Niet
alleen hoe hij liedjes schrijft, maar ook als persoon. Ik mag als vriend heel
dichtbij hem komen. Ik ben vaak mee geweest op tour, twee jaar terug nog in
Amerika. Dan zie je zijn visie hoe hij muziek maakt en hoe hij met z’n publiek
omgaat. Hij kan de mensen in z’n eentje betoveren. Dat vind ik zo indrukwekkend.
Hij klaagt ook nooit. Of hij nou voor tien man speelt of voor duizend mensen.
Hij speelt altijd met dezelfde intentie. Hij had ook verzuurd kunnen raken,
door een gebrek aan erkenning, maar daar lijdt hij helemaal niet onder. Ik heb veel
van hem geleerd: hoe dichter je bij jezelf blijft, hoe gelukkiger je wordt met
je muziek.’
E = Steve Earle
‘Altijd een geweldige man
gevonden, een echte held voor me. Mijn allereerste concert ooit in Paradiso was
er een van Steve Earle. Ik was een jaar of 10, 11…, ja het was in 2000. Toen
was net die plaat Transcendental Blues
uit, best een heftige plaat, met liedjes nog uit z’n drugsperiode, over het
afkicken, problemen met z’n familie en ook over de doodstraf en Bush junior,
die net opkwam. Een echt kwaaie Steve Earle had je toen. Daarna kwamen nog al
die protestplaten, Jerusalem en The Revolution Starts Now. Hij speelde
al een paar liedjes van een van die twee. Als jochie had ik natuurlijk geen
idee waar ie over zong, maar het was zo anarchistisch, hij was zo kwaad, zo
super intens… Op de bassdrum stond een foto van Bush met een kruis door z’n
kop. Ik vond het indrukwekkend. Het was zo goed. Vanaf dat moment wilde ik
Steve Earle zijn. Ik stond in de woonkamer met Transcendental Blues mee te spelen. Ik speelde alsof ik Bruce
Springsteen zelf was. Ik heb Steve Earle nadien nog heel vaak gezien, heel vaak
goed, een enkele keer ook wat minder. Die keer dat hij op het podium stond met
Alison Moorer, in de tijd dat ze getrouwd waren, vond ik het gewoon belegen. Hij is juist zo goed als hij
een rauw randje heeft, als die boos is. Op z’n nieuwe plaat So You Wanna Be an Outlaw? is dat weer
het geval. Een half jaar geleden was ik in Washington en toevallig speelde hij
daar die avond. Het was echt super goed. Hij heeft in Trump ook weer een
perfecte vijand.’
F = Ferry (Roseboom) en Frans (Hagenaars), de
oprichters/eigenaren van Excelsior Recordings
‘Ik heb met Frans als
producer heel intensief drie platen gemaakt. Hoogte- en dieptepunten. Op mijn
tweede plaat Days was ik echt een
lastige puber. Toen was ik niet meer te handle-en.
Wat hij ervan vindt, dat ik de plaat deze keer zelf heb geproduceerd, moet je
aan hem vragen. Maar ik vermoed dat hij het wel oké vindt. Ik denk dat het goed
is dat ik drie platen met hem gemaakt heb, maar ook dat het goed is om nu verder
te gaan. Wat betreft Ferry: dankzij hem zit ik nu hier. Daar kan ik heel simpel
over zijn. Die had op MySpace een
liedje van mij gehoord. Een week later kwam hij op z’n vouwfietsje met z’n
petje op naar me toe in een koffietentje op Utrecht Centraal.’ And the rest is history.
Het noemen van woord ‘koffie’ doet Tim met zijn vlakke hand tegen de muur slaan en schreeuwen om het zwarte vocht. De deur van het interviewkamertje in het Excelsior HQ slingert open, en wie komt daar naar binnen? Juist ja, Ferry Roseboom, alsof hij de hele tijd achter de deur heeft liggen afluisteren. ‘We hadden het net over je,’ verklapt Tim grijnzend. Ferry bevestigt op Tims verzoek het verhaal over hun eerste afspraak. ‘Mijn vriend Bob had me geattendeerd op die MySpace, ere wie ere toekomt,’ zegt hij, waarop Tim zucht: ‘Dat wilde ik net zeggen, ik was nog niet klaar met mijn verhaal.’ Er volgen nu jeugdherinneringen dat Ferry Tim zo in een show in de Ekko had geplaatst met Anne’s Do The Undo als backing band. Dat was de eerste keer. Artiest en ontdekker worden er haast sentimenteel van. Tims eigen band Be Right Back werd genadeloos aan de kant geschoven en toch was het niet ongemakkelijk. ‘Dat komt omdat het toen toch net een beetje voorbij was,’ meent Tim, die erop wijst hoe leuk het is. Dat drummer Kees [Schaper] en gitarist Melle [Boersma] nu weer herenigd zijn in de liveband.
Song for Grandma
De letters G-L
G = Gitaren
Het is bekend dat Tim een
hele collectie heeft. ‘Ik ben een groot fan van gitaren en heb er heel veel. Ik
spaar die dingen echt. En ik speel ook heel graag gitaar. Vooral de laatste
twee jaar ben ik heel veel aan het oefenen geweest, flatpicking, bluegrass,
voor mij nieuwe allemaal nieuwe technieken. Mijn favoriete elektrische gitaar
is een Gibson SG uit 1963 en mijn favoriete akoestische gitaar is een “41er”
Gibson L0. Die heb ik ooit een keer gekocht bij The Fellowship voor een prikkie, want die gitaar was helemaal naar
de kloten. De lak was eraf, maar dat kon me geen reet schelen. Ik ging erop
spelen en ik wist meteen dat dit de gitaar was die ik wilde hebben. Bij die vintage stores staan ze allemaal in
perfecte nieuwe staat, maar die hoef ik niet. Geef mij maar een afgeragde. Die
is helemaal doorleefd. Djurre de Haan van Awkward I heeft ook gekozen voor een
kapot exemplaar met karakter. Zo een wil je hebben. Ze zijn vaak nog goedkoper
ook. Dat oude hout is ook mooi. Die nagemaakte relics vind ik vreselijk. Dat ze expres zijn kapotgemaakt! Net als
spijkerbroeken waar een gat in is gemaakt. Waarom zou je dat willen kopen? Dat
is een modetrend die ik niet wil begrijpen. Gitaren die echt versleten zijn doordat
er veel op is gespeeld, die leven. En dat voel je ook.’
H = Hoorn, de plaats waar hij vandaan komt
‘Ik ben een trotse
“Hoorinees”. Zo heet je als je er geboren bent. “Hoornenaar” als je import bent.’ Vergelijk deze
terminologie met de Haagse woorden Hagenees en Hagenaar. Daar werkt dat net zo.
‘Ik ben zo blij dat ik nu weer vaak in Hoorn zit. Ik woon in Amsterdam, maar zit zo twee, drie, vier dagen per week in Hoorn, want daar is de MI5-studio. Het is een hele mooie, oude schuur uit de zeventiende eeuw. Het is een heel sfeervolle ruimte, die ook nog eens heel goed klinkt.’
Hoorn is voor hem thuiskomen, bekent hij. ‘Ik heb ooit op mijn zeventiende twee maanden op de Herman Brood Academie gezeten. Ik heb, geloof ik, drie nachten in Utrecht geslapen. Ik vond het zo ver van Hoorn. Het moet voor mij heel ver weg zijn of heel dichtbij. In Amerika zou ik prima kunnen wonen. Amsterdam ligt maar op een half uurtje van Hoorn. Dat trek ik ook. Maar in Utrecht werd ik helemaal gek.’
I = Indiemuziek
‘Ik hou van heel veel
muziek. Wat versta je onder indie is
altijd maar de vraag. Parquet Courts maar ook Pavement of Moss. Je hebt in
Nederland heel veel leuke indiebandjes. Ik heb ga voor mijn eigen Tender label
weer eens twee singles van bandjes doen. Een daarvan is Teddy’s Hit, de ander
is Steve French. Canshaker Pi heb ik al eerder gedaan.’
J = John Prine
Nog maar één dag voor dit
gesprek, deelde Tim enthousiast de aankondiging van Paradiso over het komende
concert van deze legendarische songwriter op zijn Facebookpagina. ‘Ik ben een
heel groot fan van John Prine. Lang geleden, in mijn tienerjaren nog, heb ik
hem een keer gezien in Haarlem, in ’t Patronaat. Dat was zo indrukwekkend. Die
man is zo innemend, lief en ook heel erg komisch. Zijn teksten zijn prachtig.
Voor mij hoort hij thuis in het rijtje the
greatest American songwriters. Ik blijf thuis, ik ga niet op vakantie als
hij komt in augustus.’
K = Ton Knol, zijn vader
‘Ik heb heel leuke
ouders, sowieso. Ze steunen me altijd. Ik kreeg van allebei een berichtje na
een twee sterrenrecensie in NRC. Ik zal maar niet herhalen wat ze daarin
zeiden. Maar dat vond ik zo schattig, dat ze het zo opnamen voor hun zoon die
zo werd afgezeikt. Mij kan het allemaal niks schelen. Boeien! Maar hun wel.
Mijn vader is een ongelofelijk grote muziekliefhebber. Ik heb heel veel gehad
aan zijn platenkast. Hij is ook een heel goede muzikant. Hij maakt van die old time muziek uit de jaren dertig en
veertig. Daar zit ie helemaal in met zijn bandje, The Oldtime Stringband. Dat
is echt heel vet. Dat speelplezier van hem is echt mooi om te zien. Hij heeft
mij en mijn broer nooit de kant van de muziek op gestuurd. Ik ben muzikant
geworden, mijn broer vooral liefhebber. Het is gewoon zo gegaan bij mij.’
L = Liefde, love
‘Ik heb een heel leuke
relatie, al heel lang, voor mijn eerste plaat al. Dat is heel bijzonder. Het
schept ook een band als je het samen allemaal zo vanaf dag een meemaakt. Het
gaat altijd heel goed. Zij is mijn rots in de branding. We hebben het nu over liefde.
Er bestaan natuurlijk ook vriendschappen. Dat kan wat onstuimiger lopen in mijn
leven. Vrienden die wegvallen en nieuwe die erbij komen. Op mijn nieuwe plaat
staat een liedje Listen Love. Dat
gaat over vriendschap. Ik schrijf niet per se over mijn eigen gelukkige
relatie.’
Weight of Clouds (Live @ DWDD)
De letters M-R
M = The Miseries
‘Dat was een gouden tijd.
Helemaal te gek. Ik denk dat we wel weer een plaatje gaan maken binnen nu en
twee jaar. Ik heb The Miseries niet alleen gedaan om eens wat anders te doen. Natuurlijk
kun je zeggen dat dáár mijn herstart
begon, maar ik was me daar toen nog niet zo bewust van. Aan de ene kant was het
ontlading. Vlak voor ik met die band
begon wilde ik voortaan doen waar ik zelf zin in had. Aan de andere kant hou ik
ook gewoon heel erg van die oude rock ‘n’ roll en punk. Het is ook een liefhebberij.’
N = Nashville
‘Daar heb ik heel weinig
mee. Ik ben er een keer geweest en dat was best gezellig. Ik vind het idee dat
je “om het te maken in Amerika” naar Nashville moet gaan een beetje stom.” Ilse DeLange heeft dat toch gedaan? ‘Ja,
dat doet ze nog steeds. Nou veel plezier! Ik vind ook helemaal geen inspiratie
in die stad. Geef mij maar Atlanta, een working
class-stad, waar het nog een beetje heftig is. Dat vind ik inspirerender
dan zo’n belegen stad als Nashville. Natuurlijk is het geweldig dat daar zoveel
goede producers en muzikanten wonen, maar niet voor mij. Ik heb ook helemaal
geen ambities daar. Ik voel me ook te veel Hollander. Ik maak Europese
popmuziek met Amerikaanse invloeden, dat wel, omdat ik daarvan hou.’
O = ‘The Big O’, Roy Orbison
‘Geweldige stem! Een van
de beste zangers die ik ken. Hij had een spat zuivere stem. Hij kon ook heel
hoog. Zelf zing ik meer wat “hesig”. Het is niet vals, maar ik sjoemel een
beetje.’
P = Paradiso
‘Mooie zaal, ik kom er
graag. Ik sta nu in Paradiso Noord. Ook goed. Natuurlijk had ik graag de grote
zaal nog een keer gedaan. Die zaal is magisch. Misschien stond ik wel te vroeg
in mijn carrière in de grote zaal [in mei 2010]. Ik zou er nu veel meer van
kunnen genieten. De show zou ook veel beter worden. Al die mooie oude zalen in
het land zijn weg, de oude Doornroosje, de oude Effenaar, het oude Patronaat,
maar gelukkig is Paradiso er nog. Al die nieuwe zalen hebben vijftien
kleedkamers, maar ze missen een bank om even op te liggen. Zetten ze een nieuw
gebouw neer met van alles en nog wat, met dure design stoelen van vijfhonderd Euro per stuk, maar het enige dat
een artiest wil is even liggen voor een show. In Paradiso zijn ze er nog, die
oude leren banken. Daar is de sfeer nog helemaal gebleven. Goed dat ze er daar
nog de waarde van inzien.’
Q – Qbus, piepkleine zaal in Leiden met hart voor Americana
‘Daar heb ik Kevn Kinney
toevallig een keer gezien. Ik ben daar regelmatig als bezoeker geweest. Mooi
plekje voor de liefhebbers. Speel ik daar nu ook…? Mmm, even opzoeken.’ Het
blijkt overigens niet zo te zijn. ‘Voor de letter Q had je trouwens ook kunnen
kiezen voor Q65, Nederbeat, ben ik gek op. The Ro-d-Ys zijn mijn favoriete band
in dat genre.’
R = Radio
‘Ik ben eigenlijk wel
heel blij met de radio, want Radio 2 draait me helemaal plat. Het is een beetje
een rare tijd voor de radio, want 3FM is helemaal van de aardbodem verdwenen.
Ze hebben een mega identiteitscrisis. Ze hebben jarenlang hiphop genegeerd en
dat is nu het grootste onder jongeren, hun doelgroep. Te laat. En mensen zoals
ik en gitaarbandjes worden al helemaal niet meer gedraaid. Radio 2, waar ik
niets van verwachtte, geeft mij airplay!
Ik begrijp niets meer van het Nederlandse radiolandschap. Ik dacht dat ze daar alleen
Ilse en Guus zouden draaien, maar nee. [Stalgenoot] Yorick van Norden draaien ze
ook. Eigenlijk is Radio 2 een heel leuke zender. Ik ben er in elk geval blij
mee. Ik zat daar laatst in een show en ze draaiden gewoon, omdat ik het erover
had, een nummer van The Raspberries. Dat zou nou echt nooit gebeuren op 3FM.
Alhoewel, ik zat daar een keer in een programma, waar je een cadeautje moest
meenemen. Dus nam ik een single mee, Girls
Talk van Dave Edmunds. Dan draaien ze daar ook nog eens een leuk nummer,
wat ze trouwens ook deden.’
Sweet Melodies live @ Ekdom In De Ochtend
De letters S-Z
S = Sugar Mountain
‘Doet hele goeie dingen.
Ik beschouw het als een soort overkoepelende organisatie van de Americana en
aanverwanten. Ik heb er zelf heel veel aan. Ik volg het ook op social media. Door mijn drukke leven mis
ik weleens wat. Dan wil ik naar een concertje, en dan is Sugar Mountain wel een
heel erg handig initiatief.’
T = Teenage Fanclub
‘Jaaaaa, dat is toch een
beetje hetzelfde verhaal als The Byrds, en band met de ultieme popsongs. Ik
mocht in hun voorprogramma staan afgelopen jaar, maar was toch een beetje
teleurgesteld in hun liveshow. Hun geluidsman had het niet goed voor elkaar. De
band speelde fantastisch, maar die gast maakt er een zooitje van. Ik had ’s
middags hun dure apparatuur gezien. Ik had echt verwacht dat daar een goed
geluid uit zou voortkomen. Maar dat viel me echt tegen.’
U = U2
‘Daar heb ik echt
helemaal niks mee. Ik geloof hem niet. Ik vind Bono een hypocriete man. Ik hou
ook niet van stadionrock. Maar The Joshua
Tree vind ik wel een goeie plaat met goeie liedjes. Ik denk ook dat hun
clubshows voordat ze beroemd werden de moeite waard zijn geweest. Die had ik
best willen zien, U2 als bandje, maar niet van die stadionoptredens. De
“Kensington-grootte” is niet aan mij besteed. Geef mij maar zaaltjes zoals De
Tichel in De Jordaan vroeger, waar [Sugar Mountain-ambassadeur] Ton Derksen
programmeerde.’
V = vinyl
‘Dat betekent vooral
singletjes voor mij, vooral soulsingles, rhythm ‘n’ blues, New Orleans,
Louisiana, cajun. Ik ben helemaal geen lp-verzamelaar. Ik heb er wel veel, maar
niet als verzamelaar. Vroeger zat ik heel veel op eBay. Maar vinyl wordt nu zo
duur, dat de lol er een beetje vanaf gaat. Ik heb eigenlijk een heleboel van de
goedkope singles in het genre. Nu kom ik in het duurdere segment. Dan kom je
meteen tussen de vijftig en driehonderd Euro. Voor een singletje! Dat vind ik
echt te veel. Ik zal altijd platenbakken blijven afstruinen, maar op eBay zal
je me niet gauw meer tegenkomen. De mensen kennen de waarde te goed en handelen
daar helaas ook naar.’
W = woonboot
‘Een woonboot is op zich
heel fijn, maar die dingen zijn alleen veel te klein. Het is heel leuk wonen in
die dingen. Het is ook een luxe om middenin Amsterdam te kunnen wonen. Vijf
jaar geleden was het nog heel normaal, maar ik merk nu toch dat het best uniek is.
Een aantal vrienden van me probeert ook om in Amsterdam te wonnen, maar dat is
niet meer te doen. Als mijn vriendin die boot niet van haar vader had geërfd,
dan hadden wij waarschijnlijk nooit in Amsterdam gewoond. Ik woon aan dezelfde
gracht als Paradiso. Ik zit weleens te fantaseren om met een bootje naar
Paradiso te varen. En dan binnen te komen bij de backstage-ingang. Sneakin’
through the backdoor. Er is ook een nadeel aan wonen in het centrum: de
drukte. Amsterdam wordt krankzinnig druk. Daar kan ik echt heel slecht tegen.’
X = Xenofobie, vreemdelingenhaat
‘Mensen profileren wel
snel. Het respect wordt steeds minder en de kloof lijkt steeds groter te
worden. Dat vind ik heel eng. Ik haat dat profileren op basis van uiterlijk.
Dat dat vandaag de dag nog zoveel gebeurt. Ik heb er ook een liedje over
geschreven. Kickin’ dat staat ook op
mijn nieuwe plaat. Dat gaat erover dat als je als vluchteling weggaat, en dan
kom je hier... Wat je allemaal al hebt moeten doorstaan om hier te komen. En
dan kom je terecht in een land van haat. Daar word ik echt verdrietig van.’
Y = Neil Young
‘Natuurlijk! Neil Young
is mijn favoriete gitarist. En ook mijn favoriete pianist. Het is allemaal “zo
niet als het hoort”. Dat maakt hem juist zo goed. Er is maar één beest op
gitaar en dat is niet Jimi Hendrix. Het gaat door merg en been. Dat heeft Anne
ook. Als het fout gaat, dan is dat ook niet erg. Ze maken het ontzettend
spannend. Vooral met Crazy Horse is ie goed, zoals een paar jaar geleden in de
Ziggo Dome. Waanzinnig! Ik had nog nooit zoiets ruigs meegemaakt. Zijn gitaar
alleen al, zo wild, zo intens. Dat staat nog los van hem als songwriter! Hij is
zo working class, zijn liedjes zijn
zo voor het volk.’
Z = Townes van Zandt
‘Mijn favoriete liedjesschrijver!
Als je met drie akkoorden zulke mooie liedjes weet te schrijven. Dat vind ik
knap. Die teksten gaan echt door merg en been, zo mooi. Nooit meer iemand
gehoord die dat ook zo goed kon. Ook hoe hijzelf was, manisch, heel treurig.
Iedereen heeft hem toch een beetje laten vallen.’
Door de muur van het Excelsior HQ heen klinkt muziek. ‘Zouden dat die nieuwe nummers van Johan kunnen zijn?’ vraagt hij zich af. Het alfabet is nu toch rond, dus hij staat op en steekt nieuwsgierig zijn hoofd om de hoek. Daar zit Ferry. Het blijkt inderdaad om nieuw werk van Johan te gaan. Tim kijkt naar buiten en ziet een patatkraam voor de deur. ‘Wie wil er een patatje?’ vraagt hij. Hij pakt er een pen en een papiertje bij om de namen te noteren. Nu is hij de vragensteller. Het interview is duidelijk voorbij.
Tekst door: Robbert Tilli
Koop hier je kaarten voor het optreden van Tim Knol op 23 maart.
Ook genoemd hierboven en ook te zien in Paradiso:
Koop hier je kaarten voor Steve Earle & The Dukes op 15 juli.
Koop hier je kaarten voor John Prine op 10 augustus.