Programma
Nieuwsoverzicht

Andrew Combs’ worsteling met ouder worden leidt tot meesterwerk

14 maart, 2018

Andrew Combs 2017

Zo rond hun dertigste beginnen de meeste mensen serieus te kijken naar het klimmen der jaren. De Texaanse singer-songwriter Andrew Combs doet dat ook. Waar leidt dat ouder worden allemaal heen in een wereld vol milieuproblemen en in een politiek klimaat dat steeds meer op de persoon is gericht? Die innerlijke worsteling heeft in zijn geval geleid tot een hoogtepunt in zijn pas drie albums beslaand oeuvre. Canyons Of My Mind (2017) is muzikaal, tekstueel en conceptueel een waar meesterwerk in het genre. Op 5 april kunnen we daar live van gaan genieten in ’t Zonnehuis in Tuindorp-Oostzaan.

Interessant muzikaal kruispunt

Andrew Combs is niet de gezelligste singer-songwriter die er woont in Nashville. Hij is een serieuze vent, die over het leven nadenkt. Dat is niet ongebruikelijk natuurlijk in zijn vak, maar hij gaat toch een stuk verder dan menig collega. Zijn muzikale talent lijkt ook omvangrijker te zijn. In zijn muziek kruisen de paden van Americana en alternative en indie rock elkaar nogal eens. Liefhebbers van oude meesters als Guy Clark en Townes en bands als Wilco en Susto kunnen elkaar op zo’n kruispunt de hand schudden, bijvoorbeeld bij de track Blood Hunters met de mooie video met het Jurassic Park-einde. Dat maakt hem ook toegankelijk voor een grotere groep luisteraars, als men tenminste de moeite wil nemen voor een flink aantal luisterbeurten. Wie de muziek van Combs de tijd geeft, krijgt daar heel veel voor terug.

De plaat gaat knallend ‘indie’ van start met Heart of Wonder, waarin aan het einde ook een scheurende saxofoonsolo de aandacht trekt. Dat hoor je toch weinig bij singer-songwriters. Producers Jordan Lehning en Skylar Wilson zijn net als Combs doorgeroeid sinds All These Dreams (2015). Aan productionele vondsten geen gebrek. Met elk van hen afzonderlijk heeft hij ook een song geschreven. Met Lehning de jazzy countrytrack Sleepwalker met dat verrukkelijk basloopje, en met Wilson de ballad Silk Flowers. Met Joe Henry - de schrijver welteverstaan, níet de singer-songwriter met dezelfde naam die onlangs nog op het Sugar Mountain programma stond - schreef hij Lauralee, een met strijkers opgetuigde pianoballad, die alleen Elton John op z’n top leek te kunnen schrijven. Zo goed is die ja. Ook Caitlin Cary, met wie hij veel getoerd heeft, levert haar bijdrage in het duet What It Means To You.

Zo rond hun dertigste beginnen de meeste mensen serieus te kijken naar het klimmen der jaren. De Texaanse singer-songwriter Andrew Combs doet dat ook.

Blood Hunters

Accepteer de voorkeurscookies om de video te bekijken.

Ouder worden in moeilijke tijden

Onlangs nog bracht Deer Tick op het eerste deel van hun tegelijkertijd verschenen tweeling Deer Tick Vol 1 & 2 ook min of meer hetzelfde hoofthema als Combs nu doet op Canyons Of My Mind. We hebben het over dat fenomeen dat Mick Jagger ooit in Mother’s Little Helper bezong: it’s a drag growing old. Je moet de dertig passeren om er bij stil te willen staan. De man is getrouwd, wordt vader, op zo’n moment maak je even pas op de plaats. Wat is er allemaal aan de hand, waar gaat dit allemaal heen? Dat denk je dan.

Combs heeft oog voor de grote milieuproblemen waar de wereld voor staat, de klimaatverandering op kop. In zo’n wereld moeten (zijn) kinderen gaan opgroeien. Moeten we dat willen? In Dirty Rain ziet hij een sombere toekomst waarin kinderen alleen nog kunnen spelen in de regen. En dan bedoelt hij echt niet het fijn als Jip en Janneke in de regenplassen staan te springen, maar minimaal de zondvloed. De wereld is er slecht aan toe. Combs weet dat, zonder direct de grote onheilsprofeet te willen uithangen.

Flattened static, paved in progress's name.
But what will all our little children say.
When the only place to play.
Is in the dirty rain.

Zo rond hun dertigste beginnen de meeste mensen serieus te kijken naar het klimmen der jaren. De Texaanse singer-songwriter Andrew Combs doet dat ook.

Dirty Rain

Accepteer de voorkeurscookies om de video te bekijken.

Ruwer politiek klimaat

Ook gaat hij in op het almaar ruwer wordende politieke klimaat, waarin alleen nog maar op de man lijkt te worden gespeeld, en waarin alles als fake news wordt afgedaan. Combs ziet het en benoemt het. Dat het over Trump gaat steekt hij niet onder stoelen of banken. De Amerikaanse politiek, vooral de president zelf, is niet alleen de hoofdpersoon van de protestsong Bourgeois King, maar Trumps spraakmakende verkiezingsslogan om het land weer groot te maken wordt er zelfs in geciteerd.

Parasites and politicians.
Intertwined and holding hands.
Feed us fiction and fabrication.
Make this country great again.

Newspaper, headline story.
Who will stand for us and lead.
Cast your vote and do your duty.
Hail to the bourgeois king.

De bouw van de wanstaltige ‘Mexicaanse muur’ om illegale immigranten uit het buurland af te stoppen, komt er ook nog in voor. Hij zingt er vol afgrijzen over. Iemand moet het doen, en Combs doet het.

We’ll build a wall to block the enemy.
Build a wall to keep us free.
Build a wall to block the enemy.
Build a wall to keep us free.

Zo rond hun dertigste beginnen de meeste mensen serieus te kijken naar het klimmen der jaren. De Texaanse singer-songwriter Andrew Combs doet dat ook.

Bourgeois King

Accepteer de voorkeurscookies om de video te bekijken.

Er zit een goeie kop op

Combs maakt niet alleen prachtige muziek, hij geeft zijn luisteraars ook nog wat mee. Het zijn de overpeinzingen van een jongeman, die op het punt staat een gezin te stichten. Er zit ook een goeie kop op. Je zou willen dat zo iemand nou eens zou uitgroeien tot een ster, want het goede voorbeeld geeft hij al. Er is behoefte aan zulke artiesten. Op zo’n manier moet het toch prettig zijn om ouder te worden. Canyons Of My Mind is uitgekomen op New West, het label waar artiesten als hij en Robert Elllis nog mogen groeien. Die gaat ons in de toekomst nog heel veel meer geven, te beginnen op 5 april in ’t Zonnehuis.

Tekst door: Robbert Tilli

Koop hier je kaarten voor het optreden van Andrew Combs op 5 april.