Waar de gemiddelde gearriveerde popster al zo rond z’n veertigste niet een fatsoenlijke plaat meer uitbrengt, daar gooit Paul Weller er juist nog eens een schepje bovenop. ‘Pushing sixty’ staat de vroegere frontman van The Jam en The Style Council met A Kind Revolution, z’n dertiende als soloartiest, nog altijd in de artistieke frontlinie.
Je hoort altijd weer dingen die hij nog niet eerder heeft gedaan. Een voorbeeld voor alle singer-songwriters. Op 9 juni staat hij in Paradiso.
De never ending artistieke renaissance
Zo vlak na de eeuwwisseling had Weller heel even een artistiek dipje. Niet zo heel raar want de lat lag na Stanley Road (1995) ook wel heel erg hoog. Dan kan het eigenlijk alleen maar minder worden. Het keerpunt werd bereikt met Studio 150 (2004) een album vol covers opgenomen in de recentelijk verhuisde Amsterdamse studio van die naam. Het album, aangeraden door de heren van Madness, fungeerde even als een kalmeringstabletje na enkele drukke jaren.
Paul Weller - From the Floorboards Up
Vanaf As Is Now (2005) begon de artistieke renaissance van Weller. De man ging terug naar af, From The Floorboards Up, in zijn eigen woorden. Het echte muzikale experiment begon met 22 Dreams uit 2008. Nieuw waren de folkinvloeden. In latere jaren werden daar nog elektronische elementen aan toegevoegd die de Duitse grootmeesters op dat terrein in herinnering riepen. Dat was vooral het geval bij Sonik Kicks uit 2012. Dat werd nog een beetje aangedikt met noise op de voorlaatste plaat Saturns Pattern. Ergens halverwege die nieuwe periode zat Wake Up The Nation (2010) dat wellicht nog het meest aansloot op zijn begintijd met The Jam, met liedjes die iets meer een schematische opzet kenden. Punk met een scheutje shoegazer. Wat hij ook doet, het blijft altijd Weller, waarschijnlijk door z’n karakteristieke stem en zijn talent om ook melodieën te schrijven die blijven hangen.
Paul Weller - Nova
Die muzikale rijkdom past nauwelijks in een schatkist
En dan is daar nu een maandje voor zijn show in Paradiso A Kind Revolution. Zijn hele carrière lijkt daar op samengebald, aangelengd met zijn niet aflatende innovatiedrang. Die muzikale rijkdom past nauwelijks in een schatkist. Met openingstrack Woo Sé Mama brengt hij ons terug naar de tijd van Peacock Suit waarin hij ook Dr. John’s I Walk on Guilded Splinters veelvuldig speelde. Legendarische soulzangers PP Arnold & Madeleine Bell zingen ook hun partijtje mee. Ook een track als Satellite Kid past in dit zijstraatje van Congo Square in New Orleans. De single Nova past weer meer in de neo-psychedelica van Saturns Pattern. Beetje Bowie. De synths bliepen zachtjes op de achtergrond. Plots is daar de gitaarsolo van Josh McClorey van de Ierse rhythm ‘n’ bluesband The Strypes. Wie meer zit te wachten op een typische Weller-ballad wordt met Long Long Road op z’n wenken bediend. Wilde je iets wat meer neigt naar the jazzy soul van The Style Council – maar dan toch weer heel anders – dan grijp je niet mis bij Hopper, dat is opgedragen aan de realistische Amerikaanse schilder Edward Hopper.
Paul Weller - Long Long Road
Zelfs Robert Wyatt keert kortstondig even terug
De echte verassing komt met She Moves With the Fayre dat op een funky beat leunt. De al jaren verloren gewaande Robert Wyatt keert kortstondig even terug met een bijdrage op trompet en vocalen. Kan het nog origineler? Zeker! One Tear gaat richting disco met special guest Boy George. Hoogtepunten te over op deze plaat, maar The Cranes Are Back is tekstueel en muzikaal het monument waar dit album voor herinnerd gaat worden in de toekomst. Van de piano aan het begin bouwt het geleidelijk aan op tot een ware gospel climax. De cranes uit het nummer slaan op de twee betekenissen die het woord heeft, namelijk kraanvogels en (hijs)kranen. De terugkeer van deze vogels wordt in sommige culturen gezien als een gunstig teken, net als hijskranen een opleving van de economie aanduiden.
Zo wil iedereen wel ouder worden
The Impossible Idea gaat over de kracht van goede ideeën. Één goed idee kan alles veranderen. Dat is precies wat er gebeurt op deze plaat. Weller gaat duidelijk voortdurend voor dat ene nieuwe idee, dat zijn muziek fris maakt en relevant houdt. Dat uit zich het best op de track New York. Hoeveel nummers met die titel bestaan er wel niet? Maar hier is de muzikale smeltkroes die The Big Apple het uitgangspunt. Pop, rock, soul, funk, jazz, Latin, het zit er allemaal in. Laat het uitbollen na een paar hits maar aan anderen over. Dit is een waardige muzikale herfst. Zo wil iedereen wel ouder worden.
Tekst door: Robbert Tilli