LONGREAD // BLOG - Marlon Williams, de Nieuw-Zeelandse crooner, heeft met zijn tweede album Make Way For Love een pronkjuweel in de hedendaagse popmuziek afgeleverd. Geïnspireerd door zijn stukgelopen relatie met Aldous Harding, geeft hij de liefde ruim baan. Zelden is dit hoofdthema van de pop zo prominent bezongen en dan ook nog eens met die hemelse stem van hem. ‘De vreugde van het zingen’ is aan hem nog besteed. Op 13 april komt hij in Paradiso Noord op herhaling na zijn prachtoptreden op London Calling het afgelopen najaar.
Primeur op voorbije London Calling
Op die London Calling 25 Jaar-editie eind oktober 2017 heeft hij zo ongeveer de hele plaat al gespeeld. Party Boy is goed blijven hangen. ‘That’s a shitty, one that one,’ zegt hij grijnzend. Dat gaat meer over de personage in die song, dan het nummer zelf waarschijnlijk, want de sfeer is dramatisch, de melodie prachtig, het ritme is van duchtig galopperende country en de zang is even gepassioneerd als die van Ahnoni, voorheen Anthony (van the Johnsons). Dus het moet haast wel op de tekst slaan, dat het ‘shitty’ is. Klopt: Party Boy is zo’n rotzak die altijd maar aan het feesten is en alles komt aanwaaien.
Break-up plaat
Het is ook een van de laatste keren dat hij een songpersonage gebruikt, want de nieuwe plaat is voor het eerst helemaal geschreven vanuit zijn eigen perspectief. Ook zijn er geen covers meer, nog een novum dus. Alle 11 songs zijn eigen composities. Het Grote Thema is de liefde in het algemeen en de het stuklopen van zijn eigen relatie in het bijzonder. Het is een heuse break-up plaat net als Dylans Blood On The Tracks, Joni Mitchells Blue of Fleetwood Macs Rumours en hij blijft in dat ‘gezelschap’ van topalbums over serieuze hartzeer na echtscheidingen kaarsrecht overeind. De persoon met wie hij gesplit is, is er ook niet zomaar eentje. Het gaat om gothic folkie Hannah Harding, beter bekend onder haar nom de guerre Aldous Harding. Een prominent koppeltje dus dat hier keihard schipbreuk leidt. Niet zo heel vreemd dat een en ander met wat meer drama gepaard gaat dan bij gewone stervelingen. Als vrienden uiteen kennelijk, want ook na de scheiding is ze gewoon - alsof er niets gebeurd was - haar stem blijven lenen aan het hypergevoelige duet Nobody Gets What They Want Anymore. Er is natuurlijk wél een heleboel gebeurd. En juist dat valt zo goed te horen. Maar ze deed het toch voor haar ex, die verklaart dat ze niet zomaar toezegde. ‘Maar als “eerste getuige” was ze absoluut de beste keuze voor dit duet.’
Nobody Gets What They Want Anymore (with Aldous Harding)
De onvermijdelijkheid van de liefde
Als hem wordt verteld dat onze ambassadeur, bestseller-schrijfster Saskia Noort, tot zijn grootste fans behoort, veert hij toch wel even op van verbazing. ‘Echt waar? Wat leuk!’ Hij zou bij wijze van spreken zomaar een personage in haar boeken kunnen worden. De aanvankelijke bedoeling was dat Saskia zou meekomen om het interview gezamenlijk te doen, maar ze had helaas andere (schrijf-)verplichtingen. Ze had niettemin wel een paar prangende vragen aan Marlon. Ze vroeg zich na het horen van de titel Make Way For Love af onder meer af hoe hij met zijn drukke toerschema überhaupt tijd heeft voor de liefde. Marlon hoeft daar niet lang over na te denken: ‘Het gaat over de onvermijdelijkheid van de liefde. Het maakt niet uit of je er wel of geen tijd voor hebt, de liefde zal hoe dan ook je pad kruisen. Het is een ongekende kracht, het maakt ook niet uit of je 30 jaar alleen in een hutje hebt gezeten. De liefde komt.’
Hopeloze romanticus
Nog eentje dan maar van Saskia, die vooraf aangaf dat ze Marlon zo ‘ongelofelijk romantisch’ vond. Tegelijkertijd stralend en zich verontschuldigend, zegt hij: ‘Dat klopt. Ik ben inderdaad hopeloos romantisch. Het is maar goed dat ik het altijd zo druk heb, om me er niet helemaal in te verliezen. Mijn hart zou dan werkelijk overal zijn. Ik moet het nu vooral druk hebben, ik moet een tijdje alleen zijn.’ Goed gezien van Saskia, die niet eens op de hoogte was van Marlons breuk met Aldous Harding, die de inspiratie vormde voor dit nieuwe album. Ze had het album zelfs nog niet eens gehoord, maar misschien mag je dit van een goede romanschrijfster juist wel verwachten, dat ze hem zo raak weet te typeren.
De liefde komt terug in elk nummer
Het thema de liefde komt terug in elk nummer, in drie songs, alle drie ballads, zelfs in de titel: in de pianoballad Love Is a Terrible Thing, geschreven met Delaney Davidson, met wie hij jarenlang een gelegenheidsduo vormde, in de bittere pil The Fire of Love en in het machtige titelnummer, dat de rij sluit. Het is waarschijnlijk de plaat die meer dan welke andere ook dit jaar gaat over dit hoofdthema uit de popmuziek. Ballads all over the place op dit album. Openingsnummer Come To Me, een met strijkers ‘aangeklede’ torch song die heel geleidelijk aanzwelt, zou zo op een plaat van de Britse supercrooner Richard Hawley hebben kunnen staan. In de tweede track What’s Chasing You voert hij het tempo ietsje op. Slechts twee tracks gaan wat sneller, het reeds genoemde Party Boy en I Know A Jeweller. Het ene nummer is haast nog mooier dan het andere. De teksten zijn pure poëzie. Wat te denken van een vergelijking van een stukgelopen relatie met een sneeuwpop die smelt in de lente (in Love Is a Terrible Thing): ‘People tell me boy you got lucky, but I feel as lucky as a snowman in the spring.’ Een mooi beeld.
What's Chasing You
Zijn eigen gevoelens centraal
De langzame tempi lenen zich perfect voor liefdesverdriet. De zelfanalyse luidt: ‘Het is dan ook een reactie op wat er met me gebeurd is. Helemaal nieuw is het natuurlijk niet voor me, maar het is zeker de eerste keer dat ik mijn eigen gevoelens centraal heb gesteld. Sterker nog: ik heb vaak genoeg gedacht dat je niets persoonlijks moet schrijven, als je vindt dat je niets te melden hebt. Mijn eigen songs waren altijd meer karakterobservaties. Tegelijk waren er altijd zoveel mooie nummers van anderen om te spelen.’ Een geluk bij een ongeluk dus voor ons als luisteraars? Zijn geknakte relatie is onze schatkist vol indringende prachtsongs uit het hart.
In praktijk is het veranderende perspectief het best invoelbaar als je even terugschakelt naar Dark Child, het prijsnummer van zijn titelloze debuutalbum uit 2015, dat gaat over vaderschap en het tragische verlies van een kind. ‘Although the news came as no surprise. I always hoped I'd never have to bury a child.’ Hij ging daar nog geheel uit van songpersonages. Als je dan weer opschakelt naar het nieuwe album, dan staat er een nummer op waarin hij uit zijn rol stapt van man met een gebroken hart en hijzelf doel- en schuldbewust haar hart breekt. Gewoon zomaar, omdat hij dat wil.
I didn’t make a plan.
To break your heart.
But it was the sweetest thing I’ve ever done.
I didn’t need a plan.
I just needed a body.
I put it on the line.
And I won.
Dark Child
Afstand in acht nemen
Heeft hij zijn publiek in zijn achterhoofd als hij schrijft? Hij denkt even na en zegt dan: ‘Ik schrijf toch altijd een beetje over de hoofden van mijn publiek heen. Zo zijn mijn optredens ook. Letterlijk. Ik maak nooit oogcontact met mijn publiek. Je moet niet te dichtbij komen. Je moet aan de ene kant jezelf een beetje de ruimte gunnen en aan de andere kant moet het publiek ook zijn eigen werk doen. Oogcontact maakt het te overweldigend. De mensen moeten de ruimte krijgen om zelf na te denken en hun conclusies te trekken. Ik zou het arrogant vinden als ik hen daartoe zou dwingen.’
‘Oude ziel’ in een jong lichaam
Wie luistert naar Marlon Williams, zou weleens kunnen denken het met een ‘oude ziel’ te maken te hebben. Luister eens naar die liedjes gezongen met net zoveel drama als Roy Orbison, Dion, Del Shannon en Scott Walker uit de antieke oudheid der popmuziek! Ook de gelijkenis met Chris Isaak dringt zich op (ook diezelfde boksersneus!), zij het met een onsje minder twang. Het is de vreugde van het zingen, die in de uitvoering voorop staat. Je zal in de moderne tijden niet gauw een betere zanger vinden.
‘Er zit een beetje een oude man in me. Ik ben grootgebracht met naar Elvis luisteren,’ verklapt hij. Toch ging zijn ‘oude muziek’ er opvallend goed in bij het jonge London Calling-publiek. Maar hoe krijg je je zang zo goed? Hoe krijg je die onmiskenbare vreugde er zo in? ‘Dat komt echt een beetje door mijn afkomst. In Nieuw-Zeeland houdt men echt van zingen. Mijn oma zong al Elvis’ gospel tunes met mij toen ik klein was. En verder heb ik een hoop te danken aan mijn klassieke zangopleiding. Daar leer je pas wat zingen is. Waar ik vandaan kom is zingen heel normaal. Ik weet nog toen ik voor het eerst Nirvana’s MTV Unplugged album hoorde. Ik dacht toen oprecht: wat doet die gast [Kurt Cobain]? Waarom zingt die niet normaal? Wist ik veel! Het is natuurlijk ook geweldig om zo te zingen, dat ervan af druipt dat je nergens om geeft. Nu is die manier van zingen de norm. Het zorgt ervoor dat zoals ik zing ineens eruit springt.’
‘Tussensingle’
Het wekt wellicht verbazing voor wie een beetje bekend is met het werk van Marlon Williams, dat Vampire Again, de single tussen twee albums in, niet eens de cut heeft gehaald. Hij haalt zijn schouders erover op. Het paste er niet meer bij, of het album voelde meer als ‘af’ zonder die ene track. Dat is zó cool! Alleen de echte topbands uit het verleden releaseden zo af en toe een volledig op zichzelf staande ‘tussensingle’, die op geen enkel album terechtkwam. Denk aan Goin’ Underground van The Jam bijvoorbeeld. Dat je zó’n topnummer achterwege laat, duidt vaak op een enorm ‘talentoverschot’.
The Tall Puppies Syndrome
Is zijn muziek wellicht ook zo anders doordat je in Nieuwzeeland ver van de rest van de wereld als het ware in een isolement verkeert? ‘Daar zit wel wat in. Het werkt tegelijkertijd in ons voordeel als in ons nadeel. We blijven ook een beetje outsiders. We zitten zo ver weg van de rest, we blijven een soort koloniale buitenpost. We moeten er veel meer voor doen om gehoord te worden.’ Maar als je dan eenmaal gehoord wordt, dan ben je meestal ook meteen goed binnen. Zie Crowded House en The Chills. Supersterren bestaan er niet echt. ‘We noemen dat The Tall Puppies Syndrome,’ lacht hij. ‘Thuis is men trots op de “internationale sterren” die bij ons vandaan komen. Maar in eigen land zijn ze allemaal even groot. Misschien alleen Lorde en de broertjes Finn zijn echt groot en hebben een groot huis. We hebben ook helemaal geen celebrity cultus zoals in de Amerika. Wij hebben geen echte supersterren. Een “ster” in Nieuw-Zeeland verkoopt geen platen. Daar is het land véél te klein voor. Wij zijn klein en onzeker. Dit klinkt vast heel raar: jullie Nederlanders zijn allemaal lang en stralen een soort gemak uit in jullie hele bestaan. Dat hebben wij Nieuw-Zeelanders helemaal niet. Wij weten dat we klein zijn en zitten daar niet mee.’ Een minderwaardigheidscomplex is het niet. Dat is het allerlaatste wat je hem kunt aanwrijven.
Zelfverkozen verbanning naar The Panoramic House studio
Marlon woont trouwens al jaren in Australië. Voor de preproductie van zijn tweede soloplaat is hij wel naar zijn geboorteplaats Lyttelton in Nieuw-Zeeland teruggegaan. Voor de uitwerking is hij met producer Noah Georgeson naar The Panoramic House in Californië gegaan, dezelfde studio waar Calexico zijn laatste plaat The Thread That Keeps Us heeft opgenomen. Deze zelfverkozen verbanning heeft hem goed gedaan, vindt hijzelf. Zijn muziek is er ook nóg beter op geworden door uit z’n comfortzone te treden.
Tami Neilson
Als Marlon hoort dat de Canadese, doch in Nieuw-Zeeland wonende zangeres Tami Neilson, zijn naam noemde bij haar optreden in Paradiso’s kleine zaal afgelopen najaar, beginnen zijn ogen te schitteren. Hij weet dat ze hem noemde vanwege zijn cameo op het duet Lonely op Tami’s laatste album Don't Be Afraid. ‘Yeah, yeah. Ook voor haar geldt dat ze een “ster” is zonder de bijbehorende status. Wij kleine sterren zijn allemaal vrienden van elkaar en helpen elkaar gewoon graag omdat we dat leuk vinden.’
Tami Neilson - "Lonely" feat. Marlon Williams
Zijn begeleidingsband The Yarra Benders
Dat brengt ons bij zijn fantastische begeleidingsband The Yarra Benders. Die kan alle stijlen aan, konden we zien op London Calling. Van veel toeren raakt een band echt goed ingespeeld en dat betaalde zich uit in de grote zaal eind oktober. Dat maakte van de John Lennon-cover Jealous Guy dan ook een ware belevenis. De beste versie sinds die van Roxy Music. En er bestaan zowat 100 bekende covers van… Als het aankomt op puur muzikantschap, dan wonnen deze gasten het van het hele veld, met uitzondering van Hurray for the Riff Raff, die een over gelijkwaardig vakmanschap toonden te beschikken.
Hij neemt de complimenten dankbaar in ontvangst. ‘We spelen ook heel veel. Ben Woolley, de bassist, en ik spelen al sinds ons twaalfde samen. Met de drummer [Gus Agars] en de gitarist [Dave Khan] speel ik ook al jaren samen. Dan krijg je dít als resultaat. Ik heb een paar shows in Nederland gespeeld [o.a. Motel Mozaïque in 2016] met een [lokale] “pick-up band”. Tja, dat is nu eenmaal minder. Maar vergis je niet, tot voor kort deed ik alleen maar soloshows. Nu kan ik me een band veroorloven.’ Je wilt inderdaad niet weten wat dat kost om een band on the road te houden.
Marlon Williams is niet alleen een begenadigd talent. Hij weet ook hoe je een liveshow moet opbouwen. Je staat versteld van zijn vocale kunnen en van het hechte samenspel van zijn band. Na de grote zaal bij London Calling is het eventjes downsizen geblazen met Paradiso Noord op 13 april. Maar het gaat nu ook niet om een festivalshow maar om een regulier optreden. Reken er maar op dat hij de komende jaren nog flink gaat doorgroeien. De rek is er bij lange na nog niet uit. ‘Tot nu toe heb ik internationaal het meeste succes bij jullie in Nederland,’ voegt hij er enthousiast aan toe. Als je dat hoort, dan ga je toch kijken als hij komt? Ter aanmoediging; ‘Ik denk dat ik zelfs alweer wat nieuwer werk zal spelen dan op de plaat.’
Tekst door: Robbert Tilli
Koop hier je kaarten voor het optreden van Marlon Williams op 13 april.
NB: Het album Make Way For Love van Marlon Williams komt uit op 16 februari.