LONG READ // BLOG – In een ideale wereld zou de release van het tweede album A Hero’s Death gevierd worden met een uitgebreide tour. Nu blijft het bij een bescheiden champagnemomentje, of misschien zelfs dat niet eens. Fontaines D.C. is er niet de band naar voor borstklopperij. Ze hadden juist een beetje (veel) moeite met de plotse schaalvergroting, alleen al voor Amsterdam uitgedrukt in de weg van Cinetol naar de uitverkochte grote zaal van Paradiso in no time. Van het branievolle Big (‘We’re Gonna Be Big!’) van debuutalbum Dogrel (2019) gaat het nu naar het bescheiden I Don’t Belong op het nieuwe album. Dat dualisme is constant voelbaar.
Geen kopie
A Hero’s Death is in de breedte een véél rustigere plaat dan het almaar voortjakkerende debuut. Meestal is de tweede plaat een kopie van de eerste, zeker als hij er zo snel op volgt. Iets meer dan een jaartje zit er maar tussen Dogrel en A Hero’s Death. Dat is verdomd snel. In de jaren zeventig was dat normaal. Nu echt niet. Dat er in dat jaar veel gebeurd is met de band uit Dublin is een understatement. Ze zijn ontploft.
Minder furieus, méér rust
Met IDLES worden ze gezien als de redding van de gitaarbandjes. En dat is terecht. Maar dat betekent niet dat dat niets doet met die jongens. Daar gaat het over op deze ‘opvallend andere’ plaat. Alleen al dat ‘anders zijn’ is al een prestatie van formaat. Arctic Monkeys lukte dat bij hun derde album Humbug pas.
In zijn algemeenheid mag je zeggen minder pieken en dalen, méér eenheid, minder furieus, méér rust. Hardere nummers staan er nog wel op, maar ze zijn duidelijk in de minderheid. Zoek niet naar de equivalenten van Boys In The Better Land en Liberty Belle. Staan er niet echt op. De toon is een andere, verzoen je daar maar mee. Zelf noemen ze het dromeriger, met af en toe een nachtmerrie. Muzikaal gaat om een lichte verschuiving van punk naar postpunk.
Reuzenstap
Besef ook dat het een reuzenstap is in de carrière van zo'n jonge nog kwetsbare band, die de plaat schreef en opnam midden in het drukke toeren in oktober 2019. Aan de ene kant voelden ze zich er door opgevreten, aan de andere kant er juist door uitgedaagd.
Plaatsen van handeling waren LA en Londen, ver van huis dus. In een stuk in NME van een paar maanden geleden gaat de band in op de keuze voor LA, waar de officiële bandbio gek genoeg met geen woord over rept. Daar gaat het zijdelings over de Londense studio van hun vaste producer Dan Carey.
Voor LA zou zijn gekozen omdat de Beach Boys daarvandaan kwamen, maar dat aspect is niet echt hoorbaar. Vooruit een klein beetje in de bijna doo-wop-achtige achtergrondvocalen bij het titelnummer. Doch het is zeker niet zo dat er stapels vocalen bovenop elkaar geladen zijn zoals bij Brian Wilson c.s., maar wel is er sprake van een vergelijkbare artistieke ambitie. Die uit zich in de verschillen met Dogrel.
A Hero's Death
Het leven is niet alleen maar leeg
De eerste drie singles die vooraf al uit waren blijken representatief voor de sfeer van het album. Het begon in mei met het titelnummer en de bijbehorende video met Aiden Gillen (bekende van Game of Thrones en The Wire) als talkshow host. Met die beelden erbij komt het uitgangspunt van dromen en zelfs nachtmerries duidelijker naar voren. Het is behoorlijk creepy wat we daar te zien krijgen. Intussen horen we zanger Grian Chatten dat ene veelzeggende zinnetje maar herhalen: ‘Life ain't always empty.’
Het nummer dateert kennelijk net als de huidige, derde single Televised Mind (én I Was Not Born) al van vóór Dogrel, maar beide nummers hadden in deze vorm - zo ‘aantrekkelijk somber’ - nooit op dat album kunnen staan. Het is trouwens sinds Gil Scott-Heron geleden dat we iemand het woord Televised nog eens met zoveel venijn hebben horen uitspreken (The Revolution Will Not Be Televised – 1970).
Televised Mind
Nergens bij willen horen
Tussendoor verscheen in juni nog de tweede single I Don’t Belong, dat nu het openingsnummer van het album blijkt te zijn. Daar geeft de band meteen al aan dat het anders wordt dan op Dogrel. Geen sarcastische opschepperij dat ze groot willen worden, maar in alle dromerige rust het tegenovergestelde beweren.
Ze zeggen het nooit en ze zullen het ook wel nooit publiekelijk willen toegeven, maar het zou me niets verbazen als ze ondanks alle hectiek en bijkomende narigheid stiekem de beste band van de wereld zouden willen zijn of in elk geval worden. Dat wilden The Beach Boys toch ook zeker? Bovendien zijn ze hard op weg. Ze zouden ook niet de eerste Ierse band zijn die ‘gonna be big’, toch?
I Don’t Belong
De vlam in de pan
Living in America is op het moment bepaald geen pretje. Fontaines D.C. levert er de even opzwepende als hypnotiserende soundtrack bij met een Stooges-ruigheid. Het is een van die momenten dat de vlam in de pan slaat op het album, net als bij her er direct op volgende I Was Not Born. De twee slottracks Sunny en No zorgen weer voor die dromerige rust waar je geen moment bij in slaap kunt vallen. Daar is het desondanks veel te enerverend voor.
Er zit nog meer in
A Hero’s Death is een onverwacht snel gekomen album. Wie had daar al op gerekend? Niemand toch? Dat het ook zo goed is, maakt de prestatie van Fontaines D.C. er alleen maar groter op. En het mooie is dat je aan alles merkt dat er nog meer in zit. Die hebben het achterste van hun tong nog niet laten zien.
Tekst door: Robbert Tilli