Door de jaren heen zagen we Damon Albarn veelvuldig live aan het werk. Maar iedere keer was de precieze invulling volstrekt anders. Met Blur tijdens London Calling vlak voor de release van Parklife. Met Gorillaz op Lowlands. En nu dus met The Good, The Bad & The Queen in Paradiso. Elke keer anders. En toch elke keer vertrouwd.
Misschien is dat wel een beetje de magie van Damon Albarn. Ongedwongen, met dat oer-Engelse accent, soms zijn vuisten ballend om het publiek extra te enthousiasmeren, dan weer relaxt ginnegappend. Professioneel en charismatisch. Want hoe je het ook wendt of keert: Op papier zal The Good, The Bad & The Queen altijd Albarn’s derde formatie zijn. Na Blur en na Gorillaz. Hoewel die twee andere formaties voor de jongste generatie wellicht stuivertje moeten wisselen.
Daar waar hij met die bands op zoek gaat naar de voorpagina’s en echte hits scoorde, moet GBQ het vooral van de overall sound hebben. Op papier een supergroep met Paul Simonon van The Clash, Simon Tong die o.m. bij The Verve speelde en Tony Allen, de voormalig drummer van Fela Kuti, ligt de focus op het podium vooral bij Damon. Maar toch, het is die ‘rubberen sound’ waarover Albarn zijn vocalen drapeert. De som is meer dan de delen. Na drie nummers denk je wellicht eventjes: dit is best downtempo allemaal, maar gaandeweg wint de groove het en dein je onophoudelijk mee omdat het muzikaal zo geramd zit.
The Good, The Bad & The Queen
Toch helpt die veelzijdige, los-uit-de-pols presentatie van Damon ook daarbij. Hij maakt een grap of een politieke sneer, roept ons op om gezamenlijk ‘Order! Order!’ te roepen a la het Britse Lagerhuis (wat ook in de muziek verwerkt zit), en loopt na de officiele set zelfs van het podium af met een speels Harlekijn-dansje. Je zou in twee uurtjes zowaar een beetje verliefd op hem kunnen worden!
Dat professionalisme van The Good, The Bad & The Queen schuilt in veel elementen. Ja, de set is behoorlijk downtempo ondanks dat hij ook expressief en plezierig theatraal is, maar deze groep muzikanten weet ook dat als je je set en lange toegift (eigenlijk gewoon het tweede deel van de set), eindigt met een breed uitwaaierend crescendo met Albarn achter de toetsen dat je je publiek dan genadeloos weet in te pakken met de heftigheid van het moment.
Albarn doseert ook als geen ander. De wat bekendere tracks zitten door de set heen gevlochten, na breekbare momenten (misschien stiekem wel de highlights van de show) volgen uitschieters en speelt Damon met zijn gezichtsuitdrukkingen en armgebaren met de zaal, maar laat hij de balkons ook zeker niet ongemoeid.
Ergens een half uur voor het einde volgt de echte publieksovergave. ‘Dit is wel echt heel tof hè?’ hoort Indiestad twee vrienden tegen elkaar zeggen. Het publiek veert mee met de mellow grooves en bij vlagen zelfs een beetje 2-Tone label achtige ondertonen. Damon vertelt een grappige anecdote over een ‘heel speciaal Unicorn-instrument dat hij in Reykjavik gekocht heeft, wat heel bijzonder is, daarom bespeelt hij hier slechts de replica ervan’. Het voelt allemaal heel intiem. En dus mis je hem eigenlijk al zodra hij definitief van het podium verdwenen is. Zo’n soort avond!
The Good, The Bad & The Queen
The Truce of Twilight
Albarn doseert ook als geen ander. De wat bekendere tracks zitten door de set heen gevlochten, na breekbare momenten (misschien stiekem wel de highlights van de show) volgen uitschieters en speelt Damon met zijn gezichtsuitdrukkingen en armgebaren met de zaal, maar laat hij de balkons ook zeker niet ongemoeid.
Ergens een half uur voor het einde volgt de echte publieksovergave. ‘Dit is wel echt heel tof hè?’ hoor je twee mensen in de zaal tegen elkaar zeggen. Het publiek veert mee met de mellow grooves en bij vlagen zelfs een beetje 2-Tone label-achtige ondertonen. Damon vertelt een grappige anecdote over een ‘heel speciaal Unicorn-instrument dat hij in Reykjavik gekocht heeft, wat heel bijzonder is, daarom bespeelt hij hier slechts de replica ervan’. Het voelt allemaal heel intiem. En dus mis je hem eigenlijk al zodra hij definitief van het podium verdwenen is. Zo’n soort avond!
Foto: Willem Schalekamp