Programma
Nieuwsoverzicht

Colter Wall restaureert country als genre van cowboyliedjes

2 september, 2020

Colter Wall 2020

Per plaat voegt Colter Wall ietsje meer band aan zijn kale muziek toe. Live, in Paradiso Noord vorig jaar, hadden we een full band al mogen meemaken. Maar op zijn derde album Western Swing & Waltzes and Other Punchy Songs nadert het zorgvuldig opgebouwde gebouw zijn voltooiing. Een en ander gaat wel ten koste van de originaliteit en het raffinement. In vergelijking met de loner met de allerzwaarste stem in country op zijn vorige twee platen brengt hij nu iets luchtiger vertier. Op dit album vol ‘cowboyliedjes’ – oude en nieuwe – is hij voor het eerst zelf producer. Is daar een artistieke reden voor of zou het komen door de tijden waarin we nu leven? Wie zal het zeggen? Lekker wegdraaien doet-ie sowieso.

Zingen met de autoriteit van een arrivé

De introductie van Colter Wall in 2017 met zijn titelloze album (na de 7-track EP of minialbum Imaginary Appalachia uit 2015) zullen we niet licht vergeten. Slechts 21 jaar oud zong hij met de autoriteit van een arrivé. Die baritonstem en die gestripte productie van Dave Cobb pakten iedereen meteen in.

Dit was alsof de jonge Johnny Cash het materiaal zong wat hij in werkelijkheid pas deed aan het eind van zijn carrière  op zijn American Recordings-serie. In januari 2018 stond hij op een Sugar Mountain Presents-avond in de grote zaal. Het publiek op stoeltjes huiverde bij zoveel moois.

​Per plaat voegt Colter Wall ietsje meer band aan zijn kale muziek toe.

Big Iron

Accepteer de voorkeurscookies om de video te bekijken.

Ditmaal mét band

Een jaar en een wederom door Cobb geproduceerd album (Songs of the Plains) later stond hij in Noord, ditmaal mét band. Er waren erbij die daar teleurgesteld om waren. Hadden ze die eerste keer maar niet moeten missen! Hij deed evengoed wel een paar liedjes solo. Maar de rol van zijn uitstekende band wees op een nieuwe richting in zijn werk. Die is er nu met Western Swing & Waltzes and Other Punchy Songs (La Honda Records/Thirty Tigers).

Vooral voor snarenvirtuoos Patrick Lyons (pedal steel, dobro, mandolin) en harmonicaspeler Jake Groves is een grote rol weggelegd. En er komen nu ook enkele twangy gitaarsolo’s voor in zijn muziek. Wall heeft een grote repertoirekennis en kan als songwriter gemakkelijk nieuwe liedjes in oude stijlen schrijven. De naam was al gevallen, maar hier doet Colter de traditional I Ride An Old Paint/Leavin’ Cheyenne dat we al kenden van Johnny Cash. Onwillekeurig klop je het stof van de prairie van je jas.

​Per plaat voegt Colter Wall ietsje meer band aan zijn kale muziek toe.

Cowpoke

Accepteer de voorkeurscookies om de video te bekijken.

De sfeer van een oude western nog op zwartwit televisie

Big Iron, tja da’s een evergreen van Marty Robbins. Die Colt 45 was gauw getrokken. Hij schiet ermee in de roos. En dat doet hij nogmaals met Cowpoke van Stan Jones. De jodel en de harmonica brengen een sfeer van een oude western nog op zwartwit televisie. Hij behandelt de klassieken met zorg en elegantie.

Tot zover even de tweede helft van de albumtitel: ‘and Other Punchy Songs’. Nu de eerste helft daarvan, Western Swing & Waltzes. Dat komt meteen aan bod in het eerste nummer. Het is zelfs de titel ervan. Het is een eigen lied dat direct de hele opzet van de plaat aan het licht brengt.

Het is zo Texaans als Dale Watson en de studio in Wimberly waar hij de plaat opnam. Je hoort als het ware het hoefgetrappel van de paarden buiten. Maar laat je niet misleiden: High and Mighty is een cover van Lewis Martin Pederson III uit zijn geboortestreek Saskatchewan in Canada.

​Per plaat voegt Colter Wall ietsje meer band aan zijn kale muziek toe.

High and Mighty | Live @ Bunkhouse Sessions

Accepteer de voorkeurscookies om de video te bekijken.

Er komen heel wat ‘koejongens’ voorbij

Wat Colter Wall op deze plaat eigenlijk doet is country, soms ook wel erg ver van de oorsprong afgedreven, in ere herstellen als een genre van cowboyliedjes. Er komen heel wat ‘koejongens’ voorbij. Daar zijn Henry and Sam (eigen liedje), Diamond Joe (weer een traditional, en Talkin’ Prairie Boy (we zijn voor even weer terug Saskatchewan). In dat laatste nummer van eigen hand beoefent Colter de praatzangstijl waar Johnny Cash zo goed in was. Het is als een vertraagde Boy Named Sue. Het parlando van Colter Wall behoort direct tot de mooiste van het hele genre.

Twee van die nieuwe eigen nummers staan helemaal aan het einde van het album: Rocky Mountain Rangers en Houlihans at the Holiday Inn, met weer een stukje parlando erin verwerkt. Als dat geen cowboyliedjes meer zijn, wat dan wel? Oké, zonder Dave Cobb is er iets afgedaan aan de spanningsboog in de productie. Maar wat er ontbreekt aan raffinement, wordt royaal gecompenseerd door een mooi coherent en goed gebrachte thematiek. Zadel uw paarden! Voor een halfuurtje zit je goed in een milde galop.

Tekst door: Robbert Tilli

​Per plaat voegt Colter Wall ietsje meer band aan zijn kale muziek toe.

Rocky Mountain Rangers | Live @ Bunkhouse Sessions

Accepteer de voorkeurscookies om de video te bekijken.