
Optreden onder twee vlaggen, die van Sugar Mountain én die van Sunday Sounds, is wat direct opvalt aan de aankondiging van de show van Buck Meek op zondag 19 augustus in de Paradiso Noord Tuin. We herinneren hem als die excellerende gitarist van Big Thief, waar hij vanwege zijn solocarrière momenteel meer uit dan in is. Op zijn recent uitgebrachte titelloze debuutplaat zit hij iets dichter op zijn Texaanse countryroots met hier en daar heel mooie twang. Appreciatie vergt wel enige oefening, want Meek kiest nooit de gemakkelijkste weg. Dat experimentele kantje is nou net waar zijn aantrekkingskracht in schuilt.
Dichter op zijn Texaanse roots
Bij het lezen van de naam Buck Meek, voor ingewijden de gitarist van indiefolkies Big Thief, denk je onwillekeurig aan een samentrekking van countrylegende Buck Owens en productiegenie Joe Meek. Dat is natuurlijk nonsens. Toch is het niet eens zo’n vreemde gedachte. Solo zit hij als geboren Texaan dichter op zijn countryroots, terwijl hij op z’n gitaar doorgaans de gekste geluidsexperimenten uithaalt. Het dichtst bij standaard Texaans singer-wongwriter, in zoverre dat bestaat natuurlijk, komt hij waarschijnlijk in het slotnummer Fool Me. Dat is het normaalste liedje, honky-tonk met de tradioneelste gitaarsolo. Maybe, een van de singles, is voor beginners ook goed te doen. Ook hier is het gitaarwerk heel herkenbaar. Verder moet je als luisteraar echt wat meer je best doen dan gemiddeld, om deze muziek goed te kunnen doorgronden. Maar met dat beetje extra geduld, dan krijg je ook wat. Volhouden dus!

Maybe
Korte songs, veel experiment
Die liedjes van Meek vallen behalve door de moeilijkheidsgraad ook op door de vrij korte duur. Zelden komen ze de twee minutengrens te boven. Die plaat duurt met zijn 10 tracks nog geen half uurtje. Kortom met al die inspanningen valt het wel mee. Een paar luisterbeurten verder valt dan alles op zijn plek. Je hoort geregeld de uit duizenden herkenbare stem van zijn Big Thief collega Adrianne Lenker opdoemen vanuit de achtergrond. Zelf zingt Meek een beetje als Ryan Adams in diens rustigere nummers, met veel knauw in z’n stem en van die langgerekte klinkers. Heel vertrouwd eigenlijk.
Vriendenclubje
De plaat is gemaakt met een interessant vriendengroepje, waaronder Mat Davidson, in het dagelijks leven bassist van Twain. De twee hebben na wat aanloopproblemen een hechte vriendschapsband ontwikkeld. Of dat nou geleid heeft tot Best Friend, een van de mooiste nummers op de plaat, vertelt het verhaal verder niet. De teksten zijn eveneens niet altijd van het snelst doorgrondelijke soort. Na enig onderzoek blijkt het te gaan om ‘de onmogelijke openbaring van een hond met een gebroken hart die teruggaat naar de natuur op zoek naar eigenliefde.’ Citeren we hier de songwriter of het baasje?
Two years’ time, the ink runs down the missing
signs.
Throw my bone in the garbage.
I’ll be chasing the sun, the moon better run.
And pay no mind to the harvest.
You said you were my best friend.

Joe By The Book and Best Friend – a Park Session
Tekst en uitleg
Op Internet gaat Meek op elk nummer afzonderlijk in. Daar stamt ook bovenstaand citaat over die arme hond van. Meek blijkt over een beeldende fantasie te beschikken. Over openingsnummer Joe by the Book zegt hij bijvoorbeeld dat het een ode aan de patroonheilige van de automonteurs en de affectie die mannen delen via machines. Flight 9525 gaat dan weer over de vlucht van prijsvechter Germanwings een paar jaar geleden, die zich dankzij een suïcidale piloot boorde in een Alpentop met 150 doden als gevolg.
Buiten in de Tuin in Noord
Zoals gezegd, het is zeker niet de gemakkelijkste muziek. Daarvoor gebeurt er gewoon te veel. Een ‘luisterrisco’ loopt men zeker niet, want het is nog een gratis show ook plus daarbij gesitueerd in de Tuin van Paradiso Noord. Liefhebbers van Riley walker en Kevin Morby moeten hier zeker raad mee weten.
Tekst door: Robbert
Tilli
Foto door: Adrianne
Lenker
De Sunday Sounds sessie in de Tuin op zondagmiddag 19 augustus (15:00 uur) met Buck Meek is gratis.