Programma
Nieuwsoverzicht

Andrew Combs legt zijn roots bloot

26 november, 2018

Andrew Combs 2018

Na het solo-optreden van Andrew Combs in ’t Zonnehuis in april, bleef menigeen nog even als verdoofd achter in zijn zetel. Het was zo’n situatie als in de bioscoop dat het publiek de volledige aftiteling blijft uitzitten. Zo mooi was het. ‘Waar haalt hij al dat moois toch vandaan?’ leek iedereen zich af te vragen. Dat weten we nu met het tussendoortje de 6-track EP of minialbum 5 Covers & A Song, dat afgelopen zomer verscheen. Daarop legt de Texaanse singer-songwriter zijn roots bloot van Loudon Wainwright III tot Lucinda Williams, en van The Strokes tot Radiohead. Op 11 januari zal hij eigen en andermans werk spelen. Hij komt in gezelschap van Charlie Whitten, die ook het voorprogramma zal verzorgen.

Klimaatverandering knaagt

Na bovengenoemd optreden ontstond er een ware run op de merchandise-tafel, waar de aanwezigen vooral Combs’ laatste album Canyons Of My Mind (2017) aanschaften. Dat doorbraakalbum had ook de hoofdmoot gevormd van zijn optreden op die gedenkwaardige avond. De artiest, die bloedserieus was op het podium, betoonde zich charmant en beleefd tegen zijn fans. Dat album ligt bij mij thuis nog altijd binnen handbereik. Zo nu en dan, vooral op sombere dagen, gaat die plaat weer op. Zou het komen door Dirty Rain, dat nummer waarin Combs de klimaatverandering aankaart? Hij zet je serieus aan het denken. Moeten onze kinderen soms opgroeien in een wereld met zoveel vervuiling? Hij gruwelt ervan.

Flattened static, paved in progress's name.
But what will all our little children say.
When the only place to play.
Is in the dirty rain.

Na het solo-optreden van Andrew Combs in ’t Zonnehuis in april, bleef menigeen nog even als verdoofd achter in zijn zetel.

Dirty Rain

Song tegen de lelijke tweets

Elke dag als de Amerikaanse president Trump weer eens lelijke woorden het zwerk in twittert over om het even welk thema, komt als vanzelf Combs’ protestsong Bourgeois King bovendrijven. Het is dat nummer waarin hij de maatschappelijke verruwing onder aanvoering van de eerste burger aan de kaak stelt. De beruchte verkiezingsslogan om het land weer groot te maken wordt er letterlijk in geciteerd.

Parasites and politicians.
Intertwined and holding hands.
Feed us fiction and fabrication.
Make this country great again.

Combs brengt vol afschuw ook de bouw van de controversiële Mexicaanse muur ter sprake:

We’ll build a wall to block the enemy.
Build a wall to keep us free.
Build a wall to block the enemy.
Build a wall to keep us free.

Na het solo-optreden van Andrew Combs in ’t Zonnehuis in april, bleef menigeen nog even als verdoofd achter in zijn zetel.

Bourgeois King

Indiekantje aan het licht gebracht

Combs is een klassieke singer-songwriter in de traditie van Townes en Guy Clark. Maar er zit ook onmiskenbaar een indiekantje aan hem, zoals blijkt uit openingstrack Heart of Wonder. Daar spreekt duidelijk een voorliefde voor Radiohead uit. Laat dat nou kloppen. We schakelen nu even door naar de recente 5 Covers & A Song EP, op vinyl een mooie 10”uitgave. Daarop prijkt als derde nummer de Radiohead-cover You And Whose Army?. Dat wordt voorafgegaan door Reptilia, destijds de eerste single van het tweede album Room on Fire van indie heroes The Strokes. Producer Jordan Lehning, die ook weer van de partij is, heeft meegedacht over het wonderschone blazersarrangement.

Na het solo-optreden van Andrew Combs in ’t Zonnehuis in april, bleef menigeen nog even als verdoofd achter in zijn zetel.

Reptilia

Fascinatie voor Loudon en Lucinda

Met diezelfde Lehning deelt hij zijn zwak voor Loudon Wainwright III, omdat die als een van de weinige singer-songwriters alle aspecten van familiale relaties kan verwoorden. En we weten allemaal dat hij die gave het nog aan zijn talentvolle kinderen heeft overgedragen ook. We kennen de Wainwrights intussen vanuit alle hoeken. Ze zijn misschien wel de best gedocumenteerde en tot de verbeelding sprekende familie in de popmuziek. De fascinatie van Combs voor stamvader Loudon wordt breed gedeeld.

Andere helden van Combs zijn Blake Mills (Don’t Tell Our Friends About Me) en Lucinda Williams, die hij als ‘the queen of songwriting’ beschouwt. Van die laatst herneemt hij I Envy The Wind, van het album Essence uit 2001. Combs kiest zijn covers met smaak. Dit soort coverplaten zijn vaak tussendoortjes voor artiesten die net artistiek enorm gepiekt hebben, en even op adem moeten komen. Daarna kunnen ze weer aan hun eigen werk gaan schrijven. Dat gebeurt hier in feite al, want het slotnummer Expectations is zoals de albumtitel al verklapt een eigen nummer, een co-write overigens met Sarah Siskind. Die song gaat over die rare menselijke eigenschap om de vooroordelen die je over iemand hebt - goed of slecht - als het ware ‘laat uitkomen’ in je hoofd. De geest zoekt immers altijd naar bevestiging van de praktijk.

Na het solo-optreden van Andrew Combs in ’t Zonnehuis in april, bleef menigeen nog even als verdoofd achter in zijn zetel.

Expectations

Met de allure van Jeff Buckley

De EP laat ruimte om vast te gaan dagdromen over een nieuw album van Andrew Combs. Maar voorlopig zijn we onder de pannen bij hem. Wie erbij was in april, heeft met eigen ogen kunnen zien dat met Andrew Combs een singer-songwriter is opgestaan, die het in zich heeft om in de voetsporen van een legende als Jeff Buckley te treden. Bewijs nodig? Ga dan naar zijn show op 11 januari in Paradiso.

Tekst door: Robbert Tilli

Koop hier je kaarten voor het optreden van Andrew Combs en Charlie Whitten op 11 januari.

Lees hier een eerder blog over dezelfde artiest op de Sugar Mountain pagina’s.