Moet je zwijgen of je uitspreken? Moet dat dan op woedend klinkende muziek, of op een zacht bedje van Americana en indie, die je van achteren besluipt en je niet meer loslaat? Quiet Hollers kiest voor de laatste optie en drijft op hun derde album Amen Breaks de luisteraar tot aan hypnose toe, een talent dat ze delen met The War on Drugs. De titel slaat op een van de meest gesamplede drumloops uit de geschiedenis die een eigen leven is gaan leiden terwijl de schepper ervan in de goot sterft. Zanger Shadwick Wilde is een man met een geweten, zo blijkt bij grondige beluistering. Hij schreeuwt niet bij elke misstand die hij ziet, maar observeert rustig en doet daar dan verslag van. Interessant plaatje.
De ‘Amen Break’ is alomtegenwoordig
Iedereen kent - bewust of onbewust - de ‘Amen Break’, een korte drumroffel uit 1969, die steeds opnieuw weer opduikt in de popmuziek, vooral in hiphop en drum ‘n’ bass, maar in het onderhavige geval nu ook bij Americana. Vertraagd of versneld, deze drumloop is echt alomtegenwoordig, net als bijvoorbeeld James Brown’s Funky Drummer of Led Zep’s When The Levee Breaks. Maar daarvan is de afloop minder schrijnend. Architect van de slechts vijf-seconden-en-een-beetje lange Amen Break is Gregory Coleman, drummer van The Winstons. Het komt voor op de track Amen, Brother nota bene een B-kantje(!). Je moet Shadwick Wilde zijn om de tegenstelling te zien: waar de een zich muzikaal of financieel verrijkt, gaat de ander roemloos ten onder. Zo gaat het op het hele album. Shadwick constateert, registreert en rapporteert de misstanden in de maatschappij op zijn eigen particuliere wijze. Er is niet één Amen Break, nee er zijn talloze Amen Breaks, allemaal rotsituaties. De dood van twee vrienden heeft hem sterk aangegrepen. Hij heeft het vooral gemunt op paranoia en de sociale verharding. Op de spaarzaam gearrangeerde licht tot zwaar hypnotiserende muziek komt de boodschap net zo hard aan als een woede-uitbarsting van een gewetensvolle punkband. De plaat is tot stand gekomen gedurende de keiharde verkiezingsstrijd in de VS vorig jaar. Nou, dan weet je het wel.
Leven na de Apocalyps
Bij Quiet Hollers duikt de Amen Break, sterk vertraagd, pas op in de slottrack, tevens de titeltrack. Dan heb je er al heel wat opzitten. Het nummer pakt je net zoals Mont Blanc dat deed op hun vorige titelloze album uit 2016: Het begint rustig, met tokkelende gitaar en kalme, gedragen zang als bij The National, om uit te bouwen naar een ‘onvermijdelijke hymne’. Dat ene liedje dat de titel droeg van de hoogste berg in Europa, heeft de band op de kaart gezet. De tekst over het leven nadat De Bom is geworpen, past anno 2017 inmiddels precies bij de sfeer van toenemend gevaar in de wereld door de ruzie tussen de VS en Noord-Korea over kernwapens. Je zou Shadwick haast profetische gaven toedichten, maar vergeet niet dat de Apocalyps natuurlijk wel bekende thematiek is. Daar zijn heel wat religies op gebouwd.
Mont Blanc
Niet depressief, wel melancholiek
Noem asjeblieft Amen Breaks geen depressieve plaat. Goed, je wordt er niet vrolijker van, eerder melancholiek. Het ís een beetje triest. Maar wat zijn die liedjes mooi en meeslepend. Het begint al met de openingstrack The Path, dat allesbehalve de bekende platgetreden paden bewandelt. Dit is het soort alt.country in het middengebied tussen The National en The War on Drugs. Vreemd dat dat nummer niet gekozen is als single, of anders Broken Guitar wel. Nu is de keuze gevallen op St Valentine’s Boys. Ook mooi, daar niet van, maar veel meer van het traditionele folky soort. De band is op z’n sterkst in het grensgebied van Americana en indie, daar waar het prikkeldraad is weggeknipt en de bloemen bloeien.
St Valentine's Boys
Sprong naar de grotere podia zit erin
Met die andere twee tracks kun je een veel groter publiek bereiken. Quiet Hollers zou moeiteloos over het denkbeeldige hek tussen Sugar Mountain en Indiestad kunnen springen. Een leven op London Calling of zelfs Lowlands valt niet uit te sluiten. Dit moet door veel meer mensen gehoord worden. Hurray for the Rif Raff, Marlon Williams en Shovels & Rope hebben die sprong naar de grotere podia al gewaagd. Waarom zouden al die muzikanten moeten eindigen als die arme Gregory Coleman van The Winstons? Voorlopig is dit nog toekomstmuziek. Nu kunnen we ze nog redelijk exclusief gaan bewonderen in de bovenzaal op een zondagavond in november. Gun jezelf een melancholieke bui terwijl het buiten stormt. Je zult er wel het ‘bord op schoot’ bij Studio Sport voor moeten missen. Maar dat haal je later maar in.
Tekst door: Robbert Tilli
Koop hier kaarten voor het optreden van Quiet Hollers op 12 november.