Het favoriete indie-album aller tijden | Deel 8: Wipers – Over The Edge (1983)
22 April, 2020
LONGREAD // BLOG – No Generation Gap is een van de nummers op Over The Edge van Wipers (1983), het favoriete indie album aller tijden van Concerto’s Dirk Derks. Hoe toepasselijk! Want het was zijn vader die dat album in de jaren tachtig zo veelvuldig draaide dat het onderdeel van het rock-DNA werd van onze gewaardeerd ambassadeur van Indiestad. Het gaat er stevig aan toe in deel 8 van onze blogserie.
Gruwelijke opdracht
Dirk staat wat minder in de winkel nu en is wat vaker thuis. Dan kan zijn vrouw ook doorwerken nu de kinderen thuiszitten tijdens de coronacrisis. In zijn eigen omgeving heeft hij eens flink de moeite genomen om te kunnen bepalen wat nu eigenlijk zijn favoriete indie album aller tijden was.
‘Wát een gruwelijke opdracht zeg!’ hijgt hij niet-gespeeld verontwaardigd nog na als we hem bellen. Hier is duidelijk iemand aan het woord die de daad bij het gezegde ‘kill your darlings’ heeft gevoegd. ‘Ja man, tot vanochtend ben ik bezig geweest. Maar ik ben er uit. Het is Over The Edge van Wipers geworden.’ Na veel wikken en wegen, zal gauw blijken… ‘Ik was steeds bang dat ik andere bands tekort zou doen.’
Dirk Derks van Concerto.
Gezonde zendingsdrang
Gezonde zendingsdrang heeft hem uiteindelijk tot zijn keuze gebracht. ‘Ik hoop serieus dat nu ook mensen die hem nog niet kennen naar die plaat gaan luisteren,’ spreekt hij zijn wens uit. ‘Ik wil ook dat ze ‘m keihard gaan draaien. Het is een album met de impact van een metalplaat, zonder dat te zijn.’ Hij vertelt dat de plaat vaak onder punk wordt geschaard, ‘maar daarvoor is-ie eigenlijk te goed gespeeld.’ Bandleider Greg Sage heeft wat Dirk betreft ‘zijn eigen klankkleur gecreëerd.’
Garagerock? Oké, bij gebrek aan een betere term
Ik attendeer Dirk erop dat in OOR’s legendarische garagerockspecial uit 1984 de plaat werd gerekend onder dat genre. En ook het toenmalige GET Records, schuin tegenover Concerto gelegen en later erdoor overgenomen, hield het altijd op garagerock. Maar ook dat mag niet de goedkeuring wegdragen van onze Wipers-voorvechter.
‘Oké, garagerock bij gebrek aan een betere term om deze band onder te laten vallen. Maar bij dat genre denk ik toch altijd meer aan van die jongens net als bij punk die besloten hebben dat iedereen muziek kan maken en dat dan maar gaan doen in pa’s garage.’ Hij heeft een punt. De sympathieke gammelheid van ‘garage’ ontbreekt ten enenmale bij Greg Sage en zijn mannen.
Over The Edge (live in 1983)
Weinig variatie, is ook niet nodig
Op grond van de tiplijstjes van kersverse indietracks die onze ambassadeurs maandelijks inleveren, zou je van Dirk eerder iets ‘sleazy’ hebben verwacht als beste album. De Nederlandse band Iguana Death Cult heeft menigmaal zijn Top 5 gesierd. Ik zou daarom hebben gegokt op The Cramps of The Gun Club, allebei bands waarin Kid Congo Powers zijn gitaar de zweep heeft gegeven. ‘Nu je het zegt, ik hoor wel een lichte surfinvloed in Wipers net als bij die namen die je daar noemt. En ik hou ook van die twee bands. Maar wat Wipers zo anders maakt is dat ze weinig variatie kennen. Ze hebben het ook niet nodig.’
Wááát zeg je daar, Dirk? Dat smeekt om uitleg. ‘Greg Sage heeft het gouden
ei bedacht. Zijn gitaarsound is een soort van sonic attack. Hij hoeft
niet te variëren.’ Hij zegt het met een overrompelende stelligheid. Bedoelt hij
dat Sage z’n trucje volstaat bij alles wat-ie doet? Inderdaad, zo heeft hij het
bedoeld, aldus Dirk.
Doom Town (Live in Amsterdam, 1992)
De afvallers
Zoals gezegd heeft Dirk lang moeten twijfelen voordat zijn keuze definitief vaststond. ‘Ik zat lang te twijfelen,’ geeft hij toe. ‘Surfer Rosa van The Pixies? Ook mooi! Als band staan ze bovenaan. Maar die hebben mijn lof echt niet meer nodig. Bovendien: hun label 4AD is mij te groot voor een indie. Hüsker Dü ook schitterend, maar hun beste albums, die laatste twee zaten op Warner. Dat vind ik niet meer indie.’
Hij roemt van die laatste band vooral het album Candy Apple Grey (1986) en het gegeven dat ze twee songwriters in de band hadden die allebei zongen, gitarist Bob Mould en ‘drummer-met-de-mooiste-naam-ever’ Grant Hart. ‘Die Grant was zo’n gevoelige jongen. Dat nou uitgerekend juist hij de drummer was. Ook opvallend: voor die tijd hadden zij een heel apart drumgeluid.’ Voor de niet kenners: in plaats van keihard een soort snel maar subtiel geroffel. ‘Foo Fighters beweren altijd geïnspireerd te zijn door Hüsker Dü, maar ik hoor het niet. Die hebben juist altijd dat keihard beukende drumgeluid.’
Romeo (Live)
‘De goede kant’ van de jaren tachtig
Zijn muzieksmaak, zowel dat derde album van Wipers als genoemde afvallers, is opvallend ‘de goede kant van de jaren tachtig’. ‘Het is iets uit mijn jeugd. Mijn vader draaide het veel. Hij luisterede in de jaren tachtig altijd veel naar de VPRO op Hilversum 3. Dat is schijnbaar blijven hangen. Want er is een tijd geweest dat ik naar heel andere muziek luisterde. Ik heb als jong ventje ook singles gekocht van Paul Abdul of zo. Maar ik ben op een gegeven moment weer naar deze bands gaan luisteren, die ik vroeger thuis in de woonkamer hoorde. Kennelijk is het toch onderdeel gaan uitmaken van mijn persoon.’
Ik spreek Dirk op 17 april, toevallig net de dag waarop Paradiso een Facebookpost plaatst over een onvergetelijk optreden van The Gun Club precies in het jaar van het uitkomen van die Wipers-plaat. ‘Mijn vader heeft altijd van die verhalen dat hij The Gun Club overal gezien heeft en dat-ie niemand vaker dronken op het podium heeft zien liggen dan hun zanger Jeffrey Lee Pierce.’ Ondergetekende kan dit bevestigen. Zonder meer een van de beste bands uit het tijdperk dat doorgaans herinnerd wordt voor heel andere muziek dan al die gitaarbands zoals al Dirks favoriete bands toen genoemd werden.
Wie al die muziek niks zegt, kent misschien wel onze eigen Iguana Death Cult. ‘Die zijn hoorbaar beïnvloed door al die bands, zou je denken. Maar misschien kennen zij die muziek helemaal niet.’ Moeilijk voor te stellen lijkt mij, dat je zulke doodgraversmuziek maakt zonder die voorgangers te kennen.
No Generation Gap
Op je inbeukende muziek
Wie intussen zover als hier is gekomen in dit blog, die heeft waarschijnlijk al de video’s aangeklikt of het album op Spotify opgezocht. ‘Voor mij is het een warm bad,’ hervat Dirk zijn aanprijzing. ‘Er staan me toch een paar classics op dat album: het titelnummer, Doom Town en Romeo bijvoorbeeld.’
De teksten houden hem niet zo bezig. Dat is meer ‘woedezang’ vindt Dirk. ‘Die sfeer van vervreemding uit zich meer in de muziek die echt op je inbeukt. Ik vind die langere instrumentale stukken interessanter dan de zang en de teksten. Het is melancholisch én melodieus.’
Speciaal door die sonic attack en songs
Dirk is Wipers altijd blijven volgen. The Circle (1988) vindt hij ook goed. ‘Maar Over The Edge blijft voor mij onovertroffen. Daar zit alles in wat die band zo speciaal maakt, die sonic attack en de songs.’
Wie nieuwsgierig is geworden naar Wipers moest maar eens naar Concerto op de Utrechtsestraat gaan. Die is nog open. Er mogen niet te veel klanten tegelijk naar binnen. En bij binnenkomst moet je eerst even je handen wassen met het op een tafeltje klaarstaande desinfecteergel. Wat ook kan is eens kijken of Over The Edge aangeboden wordt in de Concerto webshop waar het drukker is dan ooit.
Tekst door: Robbert Tilli