Officieel niet gelabeld als een Sugar Mountain-concert, maar een beetje ‘cowpunk’ weet dat een optreden van de Supersuckers kan uitdraaien op een shootout in een honkytonk. Goed, ze zijn punk- en garagerock, maar zeker ook country de mannen rond Eddie Spaghetti. Af en toe zit er een pure countryplaat tussen hun releases, en laat nu net de allerlaatste Holdin’ The Bag uit 2016 er zo eentje zijn. Kom op 7 september naar de Suikerberg voor Supersuckers. Bind je paard vast aan een van de pilaren in de Grote zaal, en ga de trap op naar de bovenzaal, want daar vliegen de hits je als kogels om de oren.
De simpelheid in de country als aantrekkingskracht
De eerste keer dat de Supersuckers toesloegen op het countryvlak, was het alsof er een hole in the sky werd geschoten. Zo onverwacht kwam dit heupschot van Eddie Spaghetti en zijn gang, die we begin jaren negentig hadden leren als punks op Nirvana’s thuishaven, het Sub Pop label. Weliswaar dragers van kolossale Stetsons, maar ‘Hank’ konden we nog niet echt terug horen in hun ‘rampestampers’ repertoire. Dat veranderde met één welgemikt pistoolschoot in 1997 toen Must’ve Been High verscheen. Op de hoes van dit countrymeesterwerk stond een disclaimer van de heren, waarin ze uitlegden dat de simpelheid die hen ooit zo had aangetrokken in punk, hen nu had gebracht tot de stoffige landweggetjes van de country. Allemaal één pot nat volgens Supersuckers, die het lidwoord voor hun naam meestal net zo graag droppen als rivaliserende bands hun guns. Gewoon genieten van die handel, meer niet.
Must've Been High
Een onverwachte country classic
Must’ve Been High werd een onverwachte country classic, even stevig omarmd door punks met een Gun Club en Jason & The Scorchers-verleden als door de oudere countryliefhebbers. In diezelfde tijd deed de band ook mee aan een tribute-album van alternative rock acts aan het adres van ‘Good old’ Willie Nelson. Bij Jay Leno deed de ouwe outlaw een cameo bij de band – of andersom? - dus dat zat verder wel gebeiteld met de reputatie van Supersuckers. Het was in die tijd ook dat de term alt.country pas echt opgeld begon te maken en een geaccepteerde benaming werd. Must’ve Been High liet zich als album heerlijk afwisselen op de draaitafel of in de cd-speler met de werken van bands op het erkende ‘new outlaw label’ Bloodshot Records, zoals Robbie Fulks en Neko Case & Her Boyfriends. De plaat werd destijds ook nog eens opgevolgd met een EP waarbij hardcore troubadour Steve Earle alle liedjes zong. Op Holdin’ The Bag staan ook mooie duetten, waarvan I Can’t Cry die met Lydia Loveless er uitspringt.
Bloody Mary Morning (with Willie Nelson)
Thuisblijven is niks vinden de Supersuckers
Dan maken we nu even een reusachtige kanonskogelweg door de tijd, om te belanden in het heden. Wederom hebben de Supersuckers met de van keelkanker genezen verklaarde Eddie Spaghetti een countryplaat de wereld in geslingerd. Holdin’ The Bag, uit op Acetate Records, is van het soort dat bijna niet meer gemaakt wordt. Het zit dichter bij legendarische eighties gitaarbands als The Beat Farmers en The Band of Blacky Ranchette (van Howe Gelb) dan alles wat er tegenwoordig wordt gemaakt door bands die rock en country combineren. Als je kijkt naar hun oprichtingsjaar 1988 in Tucson Arizona, dan kan het ook eigenlijk niet anders. Met dat dieet zijn ze waarschijnlijk opgegroeid, naast hun gebruikelijke punkmenu. Die twee kanten hoor je nog altijd terug in hun muziek. Holdin’ The Bag mag je met een gerust hard naast Must’ve Been High in de kast zetten. Haal hem daar meteen weer uit, want oefening voor de show in de bovenzaal baart kunst. Een paar draaibeurten verder en je wilt meteen de deur uit. Thuisblijven is niks vinden de Supersuckers. In All My Rowdy Friends zingen ze hoe al deze vrienden nu gesetteld zijn. Niet doen, doorzuipen en springen met Eddie Spaghetti. Laat hem niet in de steek.
Tekst door: Robbert Tilli
Koop hier je kaarten voor Supersuckers op 7 september.