Paradiso

What's on
My Paradiso
  • What's on

  • News

  • My tickets

  • Visit

  • About us

  • Membership

  • Archive

  • Webshop

  • Support us

  • Working at Paradiso

  • Contact & Partners

Club Paradiso

Club Paradiso

Indiestad logo

Indiestad

Logo lilacbackground 1200px

Kosmos

Sugar mountain logo

Sugar Mountain

Jazzlogo

Super-Sonic Jazz

Lodo tttt

Ticket to the Tropics

Tones Symbol Offwhite

Tones

Paradiso TikTok
Bekijk in het Nederlands
News overview

Amos Lee voelt het ritme van Amsterdam

30 May, 2025

Amos Lee

Eddie Aarts interviewt Amos Lee, die op 17, 18 en 19 juli in Paradiso speelt. Alleen voor het optreden van 19 juli zijn nog kaarten beschikbaar

Na het verschijnen van zijn eerste plaat in 2005 werd Amos Lee ook in Nederland direct succesvol. Een flink publiek bleef hem platenlang trouw en werd geregeld getrakteerd op uitstekende concerten. Toch ebde die aandacht na een jaar of 10 wat weg. De albums werden iets zuiniger beoordeeld en na de coronajaren bleven optredens hier uit. Na twee ‘coverplaten’, verscheen afgelopen najaar Transmissions, een als vanouds goed ontvangen plaat met Amos’ eerste eigen werk sinds jaren. In juli komt hij weer naar Amsterdam, de stad waar hij in de loop der jaren veel van ging houden. Net als in 2019 voor drie avonden maar liefst. Genoeg om eens te bespreken tijdens een telefoontje met de Amerikaanse singer-songwriter.

Eerbetoon aan overleden helden

Amos begint te vertellen over die tussenliggende jaren, waarin 'My Ideal: A Tribute to Chet Baker' en 'Honeysuckle Switches: The Songs of Lucinda Williams' maakte. Verrassend genoeg blijken het reacties op de dood van zijn twee allergrootste muzikale helden; Bill Withers en John Prine.

“In 2020, rond de tijd dat we in lockdowns enzo terechtkwamen, overleden ze een maand na elkaar. Normaal gesproken zou ik juist in zo’n periode terugvallen op hun muziek. Maar toen puntje bij paaltje kwam, maakte ernaar luisteren me té verdrietig. Dat kan ik eigenlijk pas nu, vijf jaar later weer. Ik begon naar Chet Baker’s platen te luisteren, maar niet met de bedoeling er iets mee te doen. Ik ben geen jazz-zanger; dat heb ik nooit geleerd en ik heb er geen ervaring in die stijl. Maar ik viel er als een blok voor en de songs spraken me aan, net als de manier van opnemen. Zonder vooropgezet plan besloot ik er eens iets mee te proberen met mijn vriend Streim. Eigenlijk vooral om ervan te leren. Zoals schilders de stijl van collega’s bestuderen stak ik daar ook veel van op. Een van de belangrijkste; het lijkt allemaal bedrieglijk eenvoudig, maar Chet beheerst zijn ademhaling, toon en allerlei zaken zo meesterlijk. Ongelooflijk. Zoals hij een noot kan aanhouden; glashelder en zonder veel vibrato. Veel jazz-zangers gooien er ook veel dramatiek in (Amos zingt een stukje om een voorbeeld te geven). Zelfs geweldige zangers als Sammy Davis en Frank Sinatra doen dat. Maar Chet’s benadering is zo eenvoudig én doordacht. Vroeger deed ik hem eenvoudigweg af als trompettist en crooner. Maar er zit zóveel meer in. 'My Funny Valentine' is natuurlijk een onverwoestbaar, tijdloos nummer. Maar als ooit iemand in de wieg is gelegd om dat nummer te zingen, was hij het. Van veel songs, hoe goed ook, bestaat volgens mij geen ultieme versie. Maar in dit geval… “

Je begon je loopbaan met een aantal platen voor Blue Note. Dat kennen we allereerst als Jazz-label, maar je eerste echte jazzplaat kwam er pas jaren nadat jullie afscheid namen.

“Dat was wel grappig ja, maar voor ik ergens aan de bak kwam, werkte ik een paar jaar in een jazzwinkel. Geen onbekend terrein dus; ik kende het label en het verhaal achter hun platen natuurlijk. En eigenlijk ben ik wel nieuwsgierig of Bruce Lundvall (de in 2015 overleden directeur van het label) van de plaat goed gevonden zou hebben. Misschien wel, maar voor hetzelfde geldt had hij z’n twijfels gehad. Maar daar gingen het natuurlijk niet om. Het leek ons vooral leuk om ‘m te maken en we hebben er ook geen enorm budget tegenaan gegooid.”

Zonder dat ik ernaar hoef te vragen vertelt hij ook iets over Honeysuckle Switches. 

"Lucinda is een van mijn grote voorbeelden en haar werk ken ik juist wél al een hele poos. Ze is één van de nog levende songschrijvers, misschien een dozijn of zo, die je móet bestuderen als je erover denkt om zelf liedjes te gaan schrijven. Je moet in die songs kruipen en de beste manier om dat te doen is wat mij betreft door ze te leren spelen of zingen. Lucinda is een briljante bescheiden en kwetsbare, maar tegelijk sterke en vindingrijke artiest. En ik heb veel respect voor mensen die al zo lang muziek schrijven en maken. Want het is een heel bijzonder en avontuurlijk bestaan, maar allesbehalve gemakkelijk. Zeker na zo’n tijd. Maar Lucinda doet het; ze heeft bijzondere zintuigen en neemt details waar die ze verwekt in haar songs. Een prachtvoorbeeld is ‘Bus To Baton Rouge’, waar de titel van mijn plaat uit komt. Dat is zo’n hartverscheurend liedje over terugkeren naar het huis waar je als kind woonde en de vreugde, pijn en verdriet daarvan herbeleven maar tegelijk uitleggen dat je dat absoluut wilde doen als degene die je bent geworden. Ze schildert met woorden zulke levendige tableaus. Veel songwriters proberen je van tijd tot tijd te imponeren met hun woordgebruik. Maar Lucinda doet dat volgens mij niet. Haar werk is is eigenlijk heel rauw en down-to-earth, maar allesbehalve simpel. Net als bij Chet eigenlijk; een soort verholen diepgang. Als je niet goed oplet mis je het, maar het is feitelijk heel bijzonder.”

Op 25 juni geeft Lucinda Williams een optreden in Paradiso

Lucinda Williams by Danny Clinch 8320 Color 1 2

Lucinda Williams

Een kijkje in de keuken

Een blik op Amos’ oeuvre maakt duidelijk dat hij een productieve schrijver is. Zijn albums verschillen ook steeds duidelijk een beetje, of flink, van elkaar.

“Ik zou mezelf niet productief willen noemen. Maar ik werk hard, het is wat ik graag doe en ik bekijk de wereld voortdurend door de ogen van een songschrijver. En als ik die energie er in stop, komt daar muziek uit. Ik verwerk dus voortdurend veel informatie. Daaruit een goed, samenhangend album destilleren is een kunst op zich. Zulke keuzes zijn al mijn hele carriére lastig voor me. Ik ben geen hitmaker of popartiest en stijlen of genres zijn nooit een leidraad. 'Dreamland' was een lastige, maar ik ben trots op een aantal liedjes op die plaat, net als op 'My New Moon', maar wonderlijk genoeg staan op de B-kanten wat van mijn favoriete nummers uit die periode.

Begrijp je waarom 'Transmissions' zo goed werd ontvangen? De plaat kent heel uiteenlopende sferen…

“Wanneer je de nummers in hun oervorm met alleen gitaar en zang hoort, zou je ze waarschijnlijk niet eens zo heel verschillend van elkaar vinden. Tekstueel of qua tempo wel natuurlijk, maar niet van klank. In de studio werk je dat verder uit, breng je structuren en nuances aan. Soms brengen die de songs dichter bij elkaar en soms drijven ze ze juist uiteen. Ik probeer niet bewust een heel breed scala aan nummers te schrijven en eenmaal in de studio wik en weeg ik nog steeds. Maar nummers die me dierbaar zijn blijven. Aan het ene uiterste krijg je dan een nummers als 'Baby Pictures', dat me na aan het hart licht omdat het over een overleden vriend gaat. En aan de andere kant 'Built to Fall', waarin ik mijn hart kan luchten. Da’s een fijn nummer om te zingen, maar ook goed om even stoom af te blazen.”

Een politiek nummer wellicht?

“Het is in ieder geval een observatie van de tijd en gekte waarin we leven. Dat is niet vol te houden. Of de verandering vanzelf zal komen of op een andere manier valt niet te zeggen. Maar het kan onmogelijk zo doorgaan. Elk liedje op de plaat staat daar met een reden. Ik denk dat ‘ie zijn eigen levenskracht heeft. Maar al mijn albums vormen een soort kettingreactie. Nadat ik 'My New Moon' maakte met een heleboel mensen, hield ik 'Dreamland' bewust heel scherp, met maar één andere muzikant. Dit keer wilde ik met een groep in de studio de plaat zo organisch mogelijk opnemen.

Ik produceerde ‘m ook zelf en da’s hartstikke leuk, maar heel eerlijk gezegd ook veel te veel werk” lacht hij. “Als je een heel duidelijke visie hebt en beschikt over uitgebreide faciliteiten en sessiemusici kan het vast ook heel efficiënt. Ik moest dat allemaal zelf uitzoeken en een volgende keer doe ik beslist wat dingen anders, maar ik ben er heel tevreden mee. Ik voel dat ik als songschrijver nog groei en het voelt nooit meer zoals je eerste plaat, maar dat moet ook niet.

Mijn debuutplaat verscheen twintig jaar geleden en natuurlijk begint men dan over een ‘anniversary tour’ en het allemaal nog een keer doen, maar dat wil ik helemaal niet. Ik begrijp de commerciële motieven hoor en waardeer dat mijn fans het heel leuk zouden vinden, maar ik wil vooruit blijven bewegen. En natuurlijk hebben verschillende van die nummers een plek in mijn optredens. Eén zo’n show zou best leuk zijn, maar een hele tour? Dat kan ik niet opbrengen.”

Amos en Amsterdam

Zijn huidige tour is dus toch een ‘normale’ en voert hem voor maar liefst drie avonden op rij naar Amsterdam, een stad waar de meeste van zijn Nederlandse shows zich afspeelden. Dat blijkt geen toeval.

“Ik speel graag op zo veel mogelijk plaatsen, maar er zijn er twee die ik het bijzonderst vind. De ene is Morrison in Colorado met het Red Rocks amfitheater. En de andere is Amsterdam, vanwege Paradiso. Ik kom daar al mijn hele loopbaan en er spelen heeft heel bijzondere dimensies. De laatste jaren ben ik niet veel in Europa geweest, maar ik verheug me er nu weer enorm op. Ik heb inmiddels al paar weken in Amsterdam vertoefd en na een poosje ervaar je dat niet meer als toerist, maar ga je het heel specifieke ritme van een stad voelen en hoe de mensen er leven beter begrijpen. Op dat moment ging ik Amsterdam, dat ook wat cultuur, architectuur, geschiedenis en geografie uniek is, nog veel meer waarderen. Progressief en traditioneel tegelijk ook. In de VS zijn politiek en cultuur all over the place, maar de laatste 10 jaar wordt alles steeds oppervlakkiger. Hier moet je je er even in verdiepen, maar vind je véél meer diepgang.”